Proef de vrijheid!
Gedicht
Bette Westera heeft een prachtig gedicht geschreven over opgroeien. Ze brengt hierin onder woorden wat echte vrijheid is.
Meester Mandril legt uit aan zijn klas wat hij hen op school wil leren:
‘Ik leer je hoe bananen smaken.
Ik leer je harde noten kraken.
Ik leer je met het grootst gemak
te slingeren van tak naar tak.
Ik leer je op de wolken drijven
en broodje-aap-verhalen schrijven.
Ik leer je, ook al ben je klein,
om apetrots op iets te zijn.
Ik leer je in jezelf geloven.
Ik leer je apekooltjes stoven
en uren slapen in het gras,
gezellig, met de hele klas.
Ik leer je hunkeren en dromen.
Ik leer je uit de mouw te komen,
niet al te laat, niet al te vroeg,
je hebt tenslotte tijd genoeg.
Ik leer je om elkaar te vlooien.
Ik leer je lekker apenkooien
in de natuur, niet in een kooi.
Ik leer je om te zien wat mooi
en wat belangrijk is in 't leven.
Ik leer je complimentjes geven
en grapjes maken en muziek.
En als je zielig bent of ziek,
dan leer ik je de pijn verdragen
en om kaneelbeschuitjes vragen.
Ik leer je door het vuur te gaan
voor iemand, en voor aap te staan.
Ik leer je liedjes van verlangen
en aan je apenstaartje hangen
en nootjes eten bij de vleet.
Is dat niet mooi? En voor je 't weet
dan is je kindertijd verstreken.
De lange jaren lijken weken.
Je bent een grote aap die zegt:
‘Wij hadden het op school niet slecht.
Wij hadden het op school juist reuze fijn.
Wij hebben er geleerd om aap te zijn!’’
Het gedicht is opgenomen in de bundel 'Ik leer je liedjes van verlangen en aan je apenstaartje hangen.'