Vertellen

Hier vind je nieuwe versjes en verhalen, en advies over kinderboeken
en bijbelverhalen bij het thema.

Bijbelse knoppen

Heel lang wachten…
Ze zijn al niet zo jong meer als Abraham en Sara de stem horen van God. God nodigt hen uit om op reis te gaan, op zoek naar het beloofde land. Onderweg, aan het randje van de woestijn vraagt God Abraham de sterren te tellen. Zoveel sterren, die kan je natuurlijk niet tellen. Welnu, belooft God aan Abraham, jouw nageslacht zal talrijker zijn dan alle sterren aan de hemel en alle zandkorrels van de woestijn. Maar hoe kom je aan een groot nageslacht als Sara en Abraham geen kinderen krijgen? Toch gelooft Abraham God op zijn woord.
De tijd verstrijkt. Er komt geen zoon en het echtpaar wordt langzamerhand een beetje ongeduldig. Maar dan krijgen ze bezoek. Drie mannen beloven hun nogmaals een kind en deze keer met een tijdspad erbij. Binnen een jaar zal Sara een kind op de arm dragen.

Over Abraham kan je lezen in vrijwel iedere kinderbijbel. In Schitterende Bijbelverhalen om voor te lezen zijn z'n avonturen met God samengevat in één wat langer verhaal zodat je de hele spanningsboog van het wachten in geduld en vertrouwen mee krijgt.

Schitterende bijbelverhalen om voor te lezen, Marie-Hélène Delval en Ulises Wensell, Adveniat

Kleine kinderen
Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament lezen we geregeld over de jonge kinderen. Hun nog jonge leventje, ze zitten nog in de knop zou je kunnen zeggen, houdt vanaf het begin af aan een belofte in. Dit kind wordt een bijzonder kind. We zien dat onder andere bij de profeet Samuel en de aanstaande koning David.

Ik ben al zes
Net als Sara kan ook Hanna geen kinderen krijgen. Ze is daar heel verdrietig over. Op een dag belooft ze aan God dat als ze een kind krijgt, ze dit kind naar de tempel zal brengen om daar God te dienen.
Als Samuel zes is, is het zover. Hij gaat verhuizen naar de tempel, twee dagreizen verwijderd van zijn ouders. De priester Eli zal hem alles leren wat je in de tempel moet weten en kunnen. Als Samuel acht is, gebeurt er iets heel bijzonders. Hij ligt te slapen in de tempel bij de Godslamp als hij ineens hoort roepen. Natuurlijk denkt hij dat het Eli is die hem roept. Maar Eli weet nergens van. Na drie keer opstaan van zijn slaapmatje en naar Eli lopen begrijpt de priester plotseling wat er aan de hand is. God roept Samuel. Zo heeft Samuel als kleine jongen al contact met God. En hij groeit uit tot een heel belangrijke profeet. Maar daarvoor moet hij eerst nog heel veel leren.

Dit verhaal kan je lezen in Om te beginnen, Bijbel voor jonge kinderen, Bara van Pelt, Anja A. de Fluiter en Erika Cotteleer.

Niet die stoere
Je zou denken dat de profeet Samuel, die zelf als kleine jongen al door God geroepen was, daarmee begrepen heeft dat God zijn oog soms laat vallen op heel jonge mensen. Maar nee, Samuel moest dat als volwassene nog eens leren. Op een dag werd hij er namelijk op uit gestuurd om één van de zonen van Isaï tot koning te zalven. Als hij de zeven stoere jongemannen ziet, die Isaï aan hem voorstelt als zijn zonen, begrijpt hij goed dat God één van hen tot koning wil zalven. Maar als zijn blik van de één naar de andere dwaalt hoort hij telkens weer Gods stem die zegt: ‘Nee, die niet.’ Hoe kan dat? Verbaasd vraagt Samuel aan Isaï of hij soms nog meer zonen heeft. En jawel, de kleinste loopt nog buiten op het veld, op de schapen te passen. Isaï laat de kleine David roepen. En dan hoort Samuel weer Gods stem: ‘Deze, deze moet je zalven.’ David wordt tot koning gezalfd en gaat dan weer gewoon terug naar de kudde. Daar, bij de schapen, kan je veel leren over een goede koning zijn.

Dit verhaal kan je lezen in Het begon met licht, Bijbelverhalen voor groot en klein van Gerrie Huiberts en Anne Westerduin.

In de knop gebroken
Ze is pas twaalf, het enige dochtertje van Jaïrus. Maar ze is doodziek. Jaïrus hoopt dat Jezus zijn kleine meisje kan redden. Maar als hij voor Jezus staat komen zijn knechten hem aan zijn jas trekken. ‘Het heeft geen zin meer, baas, uw dochtertje is gestorven.’ Jezus hoort dat en Hij troost Jaïrus. ‘Niet bang zijn’, zegt Hij en Hij gaat met Jaïrus mee naar huis. In het huis van Jaïrus staat iedereen te huilen. ‘Waarom huilen jullie?’ vraagt Jezus, ‘het meisje slaapt.’ Hij stuurt iedereen weg en gaat de kamer van het meisje binnen. ‘Meisje, sta op,’ zegt Hij en het meisje staat op. ‘Geef haar iets te eten,’ adviseert Jezus nog. Dan trekt Hij weer verder.

Dit verhaal vind je in de herziene Prentenbijbel, Sylvia Vanden Heede en Marijke ten Cate.

Terug naar Jeruzalem
Misschien ken je wel het liedje ‘Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden, Ik zegt Hij, ga iets nieuws beginnen, het is al begonnen, merk je het niet.’ Dat leuke, vrolijke, hoopvolle liedje komt uit de Bijbel; de profeet Jesaja zingt het voor de mensen die terug mogen naar het beloofde land, na eeuwen ballingschap. Ze vinden het maar moeilijk om te geloven. Jesaja hoopt dat ze met deze mooie droom de moed erin kunnen houden als ze hun land weer opbouwen.

Ton Honig vertelt dit verhaal van Jesaja na in Het hoogste woord, een kinderbijbel voor kinderen vanaf 9 jaar.

Het hoogste woord, Bijbel voor kinderen, Imme Dros, Remco Ekkers, Karel Eykman, Ton Honig, Gerrie Huiberts, Sjoerd Kuyper, Bette Westera en Guida Joseph

Wies Sarot