Rondom geld
Kijktafel Wijs met geld
Welke drie dingen?
Deze kijktafel is een opstapje om over geld aan de praat te komen. Waarom? Omdat geld in het leven van kinderen een rol speelt.
De keuzes die ze maken met geld zorgen voor rust en plezier of juist voor onrust. Dat geldt voor ons volwassenen nog meer, dus kun je ze al jong echte wijsheid meegeven.
Er zijn drie dingen die je met geld kunt doen: besteden, sparen, weggeven. Doe altijd alle drie!
In de Bijbel gaat het regelmatig over geld en bezittingen (meer dan 2500 keer). Jezus heeft het in parabels over talenten, schatten, loon of een erfenis om ons iets te leren over keuzes in je leven. In het Oude Testament zijn veel spreuken te vinden over geld, rijkdom en armoede, waarin duidelijk wordt dat God het wijs vindt als je je huis goed op orde hebt, én dat je van harte deelt. Al je bezit is uiteindelijk van God. Het is Gods geld, wij proberen er wijs mee om te gaan. De drie potten van de kijktafel zijn alle drie ‘goed’ en het lichtje laat zien dat het met God te maken heeft. Onder de knutselbeschrijving vind je 3 opstappen voor een eerste gesprek met je kind(eren), daaronder 12 opstappen voor voortgaand gesprek over geld met - misschien wat oudere - kinderen.
Maak hem zo
KARTONNEN GEVEL/HUIS: Je ‘huis’ is een bijbels woord voor het leven dat jij opbouwt met je naasten. Jouw basis. De gevel kan geknutseld worden van papier, maar ook een kindertekening is prima, een karton dat je beschildert, of een decoratie die je al in huis hebt. In ons voorbeeld heb je nodig:
Nodig bruin papier, 1 of 2 stevig A4-tjes, schaar, lijm, resten gekleurd papier (magazine bijv.) om delen uit te knippen, een lege doos (van crackers, pasta o.i.d. met iets zwaars erin) als steun achter de gevel.
Doen Knip het bruine papier in repen en vervolgens in rechthoekjes. Lijm ze als verspringende bakstenen op het A4-tje. Plak er gekleurde reepjes op (uit een tijdschrift geknipt) als raamkozijn. Wil je een uitzicht, zoek dan een plaatje dat je aanspreekt en knip-plak dat in het raam. Plak er eventueel dunne reepjes kozijn overheen als raamverdeling. Het hoeft niet perfect te zijn. Simpel of creatief, het is allemaal goed voor de kijktafel. Hier zijn ook een dak, schoorsteen en raampje toegevoegd.
GLAZEN POTTEN: knip drie repen papier die om de potten passen. Schrijf de woorden sparen, besteden en geven erop, en zet er tekeningetje bij: hartjes bij ‘geven’, portemonnees bij ‘besteden’, groene stekjes bij ‘sparen’. Je mag ze natuurlijk naar eigen idee tekenen of knip&plakken! Lijm ze om de potjes.
Let op, dit zijn symbolische spaarpotten als blikvanger, om over te praten. De praktische drievoudige spaarpot voor je kind vind je hier bij ‘Knutselen je eigen geldstation’.
Het waxinelichtje brengt de kijktafel tot leven.
Drie opstapjes voor een eerste gesprek
Vooraf: Wat betekenen deze potjes denk je? Heb jij ook geld? Hoe bewaar je dat? Waar komt het vandaan? En waar gaat het naartoe? Voorbeelden? (Iets kopen, trakteren, sparen, weggeven) Heb je te veel geld, te weinig of genoeg?
Er zijn drie dingen die je met geld kunt doen, laten we ze eens bekijken.
1. BESTEDEN. Wat voor tekeningetje zie je? Andere woorden voor besteden: uitgeven, dingen kopen, betalen, laten rollen, ervan genieten, consumeren, verteren (ouderwets, denk aan 'de tering naar de nering zetten'). Heb je voorbeelden van hoe jij je geldt besteedt? Kun jij genieten van je geld? Wat koop je graag? Vind je het moeilijk om binnen je bedrag te blijven?
2. SPAREN. Andere woorden voor sparen: bewaren, opzij zetten, laten groeien, vermogen opbouwen, op-potten. Wat voor tekening staat erop? (Een symbool voor groei.) Soms noemen mensen het geld wat ze óverhouden na het besteden, spaargeld. Anderen zetten meteen een deel apart van wat ze binnenkrijgen. Wat lijkt jou het beste? (Je kunt sparen voor iets, dan mag het op een bepaald moment besteed worden. Je kunt ook sparen om een pot voor later te hebben, al weet je nog niet precies wat. Je kunt het ook allebei doen: sparen voor een doel en daarnaast een bedrag opbouwen voor later.)
3. GEVEN. Andere woorden voor geven: schenken, doneren, steunen, vrijgevigheid. Zie je de tekening? Deze pot gaat ook over uitgeven, maar dan om iemand te helpen. Je hart is erbij. Hoe kun je met jouw geld iets goeds doen voor een ander? Dichtbij huis, of verder weg? Dan moet je eerst wel iets hebben. Hoe denk jij over geven? En over krijgen?
Twaalf opstapjes voor verder gesprek!
Als je het gesprek over wijs omgaan met geld op deze manier inspirerend vindt, praat er dan eens nog eens verder over met je kind(eren). Hier 12 suggesties voor onderwerpen. Als je kind(eren) de knutsel heeft (hebben) gemaakt, het drievoudige kartonnen ‘geldstation’, dan kun je dat ook erbij nemen.
Doe een beetje echt geld in de potten. Dit maakt voelbaar dat het over waarde gaat. Ook is het leerzaam om fysiek geld te zien wat nu vaak digitaal over en weer gaat. NB. De schuingedrukte tekst is hulp voor jou als ouder/opvoeder in het gesprek.
1. ZICHTBAAR Geld in een glazen pot zie je zitten. Is geld altijd zo zichtbaar? (Bijv.: portemonnee/ spaarpot/ sok/ kluis … zijn manieren om zichtbaar geld ‘onzichtbaar’ op te bergen. Op een bankrekening staat geld alleen als bedrag, een getal, wat de bank voor jou bewaart. Het heet daarom ‘tegoed’, je houdt het tegoed van de bank. Het is onzichtbaar, maar wel echt.
Namaakgeld is wel zichtbaar, maar heeft geen waarde.)
2. VERDELING Wat vind jij een goede manier om je geld te verdelen over de drie potten? Denk eens aan vaste gedeeltes, percentages. (Bijvoorbeeld: 10% geven, 10 % sparen en 80% besteden? Of 5% geven, 35% sparen, 60% besteden? Of anders? Mensen gaan heel verschillend met geld om en dat mag. Het is jouw keuze!)
3. MAKKELIJK / MOEILIJK Welke pot lijkt jou het makkelijkst om iets in te doen en welke het moeilijkst? Waarom? Sommige mensen hebben vanzelf meer zin om geld te laten rollen (besteden), anderen vinden het juist fijn om om het veilig te bewaren voor later (sparen). Wat voor type ben jij?
4. INKOMSTEN Hoeveel geld komt er bij jou binnen elke week (of maand). Vind je dat (te) weinig of goed? Waarom?
5. WAARVANDAAN? Vind je dat je geld gewoon moet krijgen? Van wie, waarom? Wil je ook werkjes / taakjes doen - als je dan meer krijgt? Hoe is dat voor grote mensen, hoe komen die aan geld? (De basis is: geld of inkomen komt van werken - op allerlei manieren)
6. Op welke manieren komt GELD BINNEN? Hoe komen mensen eigenlijkaan inkomsten? Bijvoorbeeld: Geld verdienen door werk: een baan, bijbaan, verkopen van diensten of spullen; Geld krijgen/cadeau/ondersteuning/kwijtschelding van schuld; Geld erven; Geld lenen* van kennissen of van een bank; Geld winnen door gokken/wedden**; Geld pikken/stelen***. Bespreek wat de voor- en nadelen zijn, zie de sterretjes onderaan.
7. GROTE MENSEN Werken deze drie geldmanieren ook voor grote mensen? (Ja, want zij besteden/betalen alles wat voor het gezin nodig is om te leven, eten & drinken, wonen, gas en elektriciteit, verzekeringen, hobbies, vakanties; ze sparen voor grote aankopen of om iets wat kapot is te vervangen, voor jouw studie later of voor hun oude dag; ze geven aan goede doelen, aan de kerk, of aan mensen die het nodig hebben. N.B. Ze geven ook (verplicht) aan de regering en aan de gemeente om er nuttige dingen mee te doen voor het volk, dit heet de belasting.)
8. GELDSTATION geknutseld? Welke pot mag je elke week leeg maken, als je dat wilt? (besteden); Uit welke pot mag je niet zómaar iets pakken? (sparen) Hoe wil je daarmee omgaan, spaar je voor iets, hoe lang en hoeveel?;
En het weggeven, hoe doe je dat, wanneer en aan wie? Bedenk je van tevoren een doel en een bedrag, of geef af en toe een beetje?
Mogen andere mensen iets voor jou in jouw kubussen doen? (Ja!) Of er iets uit halen? (Nee!)
9. PLANNEN Vind je dat er geld van de ene in de andere pot mag gaan? Hoe zou dat werken? Stel dat je uitgaven-pot te leeg is, hoe vul je die dan bij? Probeer je meer inkomen te krijgen? Wacht je op je nieuwe inkomsten? Of pak je - of leen je - iets uit je sparen-pot of je geven-pot? (Voor iedereen is het handig om een plan te hebben voor het geld dat je binnenkrijgt die week/maand: waar zal het naartoe gaan? En binnen het plan te blijven. Daar word je steeds handiger in.)
10. Heeft IEDER MENS evenveel te kiezen bij het verdelen van z’n geld? Kan iedereen geven? Kan iedereen sparen? Als je ontzettend weinig geld binnenkrijgt, heb je bijna alles nodig voor ‘besteden’. Zeker als je ook geld moet besteden aan het terugbetalen van een schuld. Je kunt dan haast niets sparen. En haast niks geven. (Het geven wordt door Jezus wél gezien: zie het verhaal over de weduwe die van haar armoede een penninkje in de tempel collecte doet.) Als je veel hebt, kun je en mag je juist meer weggeven. Dat is het fijne van wijs zijn met geld.
11. Als je GELEEND hebt, heb je een schuld die je terug moet betalen. Hoort dat bij ‘geven’ of ‘besteden’? (Het hoort bij besteden.Je betaalt dan voor iets wat je in het verleden hebt gekocht. Het bedrag van de schuld, soms met rente, moet worden terugbetaald. Dat is lastig, je zou willen dat de schuld werd doorgestreept. Gebeurt dat weleens?) Heb jij voorbeelden van iemand die iets nog moet betalen wat zij of hij eerder heeft geleend? Heb je er zelf mee te maken (gehad)? Of leent er weleens iemand van jou?
12. SOLIDARITEIT. Als je arm bent, ben je blij dat er mensen zijn die jou (tijdelijk) ondersteunen, geld geven. Dit geld kan komen vanuit je plaatselijke kerk (die heeft daar speciale potten voor), of van de regering (uitkeringen) of uit een verzekering (hoge ziektekosten bijvoorbeeld). Het betekent dat heel veel mensen samen een spaarpot hebben gevuld waaruit degene die in nood zit een tijdje geholpen kan worden. Ook voedselbanken werken vanuit ‘solidariteit’. Het is fijn om te leven in een land waar deze grote spaarpotten bestaan, een zorgzaam land! Vraagje: Waarom wordt er in kerken ook nog geld opgehaald voor mensen in nood? We hebben toch al belasting betaald? Benieuwd naar jouw mening. (Als je bij elkaar hoort, help je elkaar. Je bent een soort familie via Jezus. Ook buiten de eigen kring ben je dan vrijgevig. Zo leren we zelf vrijgevig en zorgzaam te zijn als God. Want Hij heeft ons alles gegeven, wij geven het door! Hij vergeeft ons zelfs onze schuld, onze fouten. Ken je die woorden in het Onze Vader?)
*) Lenen wordt niet verboden in de tien geboden, maar er wordt in de Bijbel wel voor schulden maken gewaarschuwd. ‘Wie leent is de slaaf van wie uitleent’ (Spreuken 22,7). Je vrijheid gaat eraan. Geleend geld is letterlijk ‘negatief geld’, het is een min, een gat in het 'huis' van je leven, want de lening moet je terugbetalen, voordat je weer kunt bouwen. Probeer je kinderen bewust te maken van vormen van lenen zoals het kopen op afbetaling, ‘buy now, pay later’ aanbieders, credit cards. Wijs op het verschil met een bankpas waarfmee je je eígen geld uitgeeft en geen schuld maakt. Leg ook uit dat instellingen die jou dolgraag geld willen uitlenen, daar zelf veel geld aan verdienen, want je schuld groeit voor straf als je even niet snel genoeg terugbetaalt. Ze gebruiken slimme lokkertjes om jou als klant te krijgen.
Opmerkelijk: de meeste mensen vinden een lening voor een koophuis, een hypotheek, wel oké als lening. Een huis is duur, haast niemand kan het hele bedrag zó op tafel leggen. (Het kán wel, maar dan moet je heel veel geduld hebben en sparen). Dus je leent een deel van de banlk, je wordt echt eigenaar van het huis, en betaalt de lening langzaam af. Het huis wordt steeds meer van jou. Intussen wordt het over vele (!) jaren altijd wel meer waard én je woont erin!
**) Gokken en winnen: geef je kind hierin wijs advies: laat je niet gek maken door vrienden en reclames. Begrijp hoe die wereld werkt; reken uit hoe superklein de kans op een prijs is. Pas op voor de kick, de gewoonte, de verslaving. En ook: reken uit wat het geld dat je eraan besteedt zou opbrengen als je het zou sparen of beleggen in een degelijk beleggingsfonds. Op de site berekenhet.nl kun je rekenkundig het resultaat bekijken van een vast bedrag sparen/beleggen: het bedrag, per week/maand, rentepercentage, looptijd. Rekensommen zijn nu eenmaal altijd en overal hetzelfde, hoe je ze ook maakt, uit je hoofd, op een rekenmachine of in een financiële rekentool. Misschien heeft je kind er plezier in.
Overigens is het daadwerkelijk, gestaag opzij zetten van een bedrag best moeilijk. Toch is het DOEN de beslissende stap in de opbouw.
***) Hier moeten we zeggen dat pikken/stelen niet mag, punt. Het is onrecht tegenover een andere mens. ‘Steel niet’ staat in de tien geboden van God (Exodus 20) die bijna allemaal over ‘mijn en dijn’ gaan. Iets is van een ander, niet van jou (en de hemel en aarde en alles zijn van God). Deze regels helpen vooral grote mensen. Mensen hebben ‘stroomstootjes’ nodig als ze proberen rijk te worden op oneerlijke, onzichtbare manieren.
Marjet de Jong
Artikelen in dit thema Rondom geld
- Kleine Uil wordt wijs: Hemelvaart
- Achtergrond Pinksternoveen
- Kijktafel Wijs met geld
- Kinderbijbels over geld
- Bidden rondom geld
- Knutsel je eigen geldstation
- Kinderverhalen over geld
- Door het oog van de naald
- Geef het door! PIF
- Mooie verhalen
- Geld in de Bijbel: Acht verhalen van Jezus
- Consuminderen met kinderen
- Munten sorteren en tellen
- Munten van papier maken