Vertellen

Hier vind je nieuwe versjes en verhalen, en advies over kinderboeken
en bijbelverhalen bij het thema.

Insecten in de Bijbel

Kleine beestjes zijn in de Bijbel vaak van grote betekenis. Ze zijn met veel, en dat is nog wel eens een probleem. Want ze moeten ook allemaal eten. Andere insecten zorgen juist voor ons voedsel. 

Muggenbulten overal

Insecten zijn maar kleine beestjes. Soms een paar millimeter, hoogstens een paar centimeter. Maar als je er miljoenen van hebt, dan kunnen ze enorme schade aanrichten. Dat ondervond de Farao van Egypte ook. De Farao kreeg Mozes op bezoek, die hem dringend vroeg om het volk van God te laten vertrekken uit Egypte. Maar de Farao wilde zijn slaven niet missen. Hij weigerde. Tot tien keer toe strafte God hem voor die weigering met een plaag.
Drie van deze plagen werden veroorzaakt door insecten. Muggen en later steekvliegen maakten de Egyptenaren gek van de jeuk. Sprinkhanen aten het hele land kaal en veroorzaakten hongersnood. Uiteindelijk gaf de Farao toe. 
De tien plagen spreken tot de verbeelding. Je kan ze in veel kinderbijbels terug vinden. Ook op internet vind je talrijke knutselwerkjes en kleurplaten rond deze tien plagen. 

Bijbel voor kinderen, Oude Testament, Marianne Busser en Ron Schröder met illustraties van Alex de Wolf 

Een raadsel
 
“Voedsel kwam uit de eter en zoetigheid uit de sterke! Ra, ra, wat is dat?” Dit moeilijke raadsel geeft de sterke Simson aan de gasten op zijn bruiloft. Overmoedig belooft hij maar liefst dertig stel kleren als beloning voor degene die zijn raadsel kan oplossen. Maar niemand lukt dat.

Ten einde raad gaan de gasten van de bruiloft naar de bruid van Simson en verzoeken haar om Simson te verleiden de oplossing van het raadsel aan haar te verklappen. Simson is sterk van lijf, maar zijn wilskracht laat het één en ander te wensen over. Aan zijn bruid verklapt hij het geheim en zij vertelt het op haar beurt weer door aan de gasten. Daar gaan dertig stel kleren. In de kinderbijbel Bijbelse verhalen voor jonge kinderen van Cramer-Schaap vind je het antwoord op het raadsel. Want ook wij kunnen het zonder hulp niet raden.

Bijbelse verhalen voor jonge kinderen, D.A. Cramer-Schaap met illustraties van Annemarie van Haeringen, bewerkt en aangevuld door Lieke van Duin. 

Debora, genoemd naar de honingbij

Er zijn drie vrouwen in de bijbel die Debora, dat betekent honingbij, heten. De eerste komen we tegen in Genesis, als de voedster van Rebekka. Er zijn geen verhalen over haar, maar ze wordt wel meermalen genoemd, waaruit op te maken is dat zij in de familie een belangrijke rol moet hebben gespeeld.

De tweede Debora is zonder enige twijfel een belangrijke vrouw geweest. Ze wordt genoemd als één van de rechters in het boek Richteren. Ook krijgt ze de titel profeet. We komen haar in de wat uitgebreidere kinderbijbels tegen. Zo staat het sterk vereenvoudigde verhaal van haar doortastend optreden tegen de vijand in ‘Mijn eigen Kinderbijbel.’  De legeraanvoerder Barak heeft Debora hard nodig om ten strijde te durven trekken tegen de Kanaänieten. Alleen in haar aanwezigheid durft hij het aan om te gaan vechten.

Over de derde Debora is maar weinig te vertellen. Zij is de oma van Tobit.  

Mijn eigen Kinderbijbel, Catherine de vries en Kristen Tuinstra met illustraties van Kelly Pully

Jona en de wonderboom

We kennen Jona allemaal als de profeet die wegvlucht voor zijn taak om de mensen in Nineve op te roepen tot een beter leven. Hij heeft geen hoge pet op van de mensen die daar wonen. Daarom reist hij met een boot precies de andere kant op. Maar als er een gevaarlijke storm opsteekt realiseert hij zich dat God hem achterhaald heeft. Hij laat zich overboord gooien en komt in de buik van een walvis terecht. Dat brengt hem tot bezinning en hij gaat toch naar Nineve. Daar preekt hij en de mensen bekeren zich. God spaart de stad. Eind goed al goed, zou je denken.
Niet voor Jona. Anders dan je zou verwachten is Jona hoogst ontevreden over de resultaten van zijn prediking. Hij had veel liever gezien dat Nineve verwoest werd door God. Daarom probeert God Jona nog een lesje te leren. Als Jona in de brandende zon zit, laat God een boom voor hem groeien. In één nacht is de boom zo groot dat Jona schaduw vindt onder de boom. Maar dan komt er een worm om diezelfde boom weer om te knagen. Jona is woest. Zijn boom is door de wormen kapot gegeten. God probeert Jona uit te leggen dat als Jona zich al hecht aan een boom die in één nachtje opschoot, het toch niet zo gek is wanneer God gehecht is aan een hele stad vol mensen die God zelf geschapen heeft. Of Jona dat begrijpt laat het verhaal wijselijk in het midden. 

Prentenbijbel met illustraties van Marijke ten Cate

Een wonderlijk dieet

Gewoonlijk besteedt de Bijbel nauwelijks aandacht aan de kleding of het voedsel van de hoofdpersonen in de verhalen. Maar voor Johannes de Doper wordt een uitzondering gemaakt.
Uitdrukkelijk wordt verteld dat Johannes de Doper gekleed was in een kameelharen mantel en dat hij leefde van honing en sprinkhanen. Dat was het sobere dieet van een woestijnmens. De honing kon hij uiteraard niet in potjes kopen en waarschijnlijk moest hij ook iedere dag opnieuw op sprinkhanenjacht. Zijn kamelenharen mantel, ook niet echt een luxe artikel, verwijst naar de profeet Elia, die ook geschilderd wordt als een man met een haren mantel om en een leren gordel om zijn heupen. In het Nieuwe Testament zijn vrij veel verhalen over Johannes te vinden. Hij moet in de tijd van Jezus grote indruk hebben gemaakt. Zelfs buiten het Nieuwe Testament zijn er bronnen die Johannes de Doper beschrijven. Johannes figureert in vrijwel iedere kinderbijbel. Maar zijn wonderlijke dieet wordt niet altijd vermeld. Wel in Het begon met licht. Helaas ontbreken er verder recepten bij. 

Het begon met licht, Bijbelverhalen voor groot en klein, Gerrie Huiberts en Anne Westerduin. 

Wies Sarot