Het vuurtje doorgeven
Pinkstervuur
Dat vuur verwoestend kan zijn, weten we allemaal, zoals goed te zien was bij de Notre-Dame in Parijs.
Zelf merk ik het ook jaarlijks in de zomer, in het westen van mijn thuisland Amerika. Daar komen in de laatste jaren steeds grotere bosbranden steeds vaker voor.
Wij rijden jaarlijks door gebieden waar het vuur al is geweest of, enger nog, nadert. Twee jaar geleden vluchtte ons gezin uit Yosemite Park waar vlak naast een immens brand woedde. Na vier uur rijden zagen we nog steeds de rook en het oranje licht.
Wat een verademing (letterlijk) om aan de andere kant uit te komen in de woestijn, waar de brand ten minste niet verder kon!
Niet verterend vuur
In de Bijbel echter komen we een ander soort vuur tegen, en met name in het Pinksterverhaal. Hier lezen we over vurige tongen die zich verspreiden en neerzetten op de leerlingen (Handelingen 2:3). Dit vuur verteert niet. Wat doet het dan wel, en wat betekent dit voor ons?
Om hier inzicht in te krijgen, mogen wij een beroep doen op paar voorafgaande passages in de Bijbel. Ik denk bijvoorbeeld aan de brandende doornstruik in Exodus (3:2) waarbij God zich aan Mozes openbaart en hem zijn zending geeft. Maar ook aan beeldspraak over vuur in het Lucasevangelie. Daar horen we eerst Jezus zeggen, “Ik kwam om vuur op aarde te brengen en wat zou Ik graag willen dat het al brandde” (12:49), en vervolgens de leerlingen, die na de ontmoeting met de verrezen Jezus zeggen: “Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak?” (24:32).
Aanwezigheid, zending, passie
Hier wordt vuur geassocieerd met Gods aanwezigheid, met zending, en met passie – alle drie naar mijn idee belangrijke componenten van het Pinksterverhaal. De neerdaling van de Heilige Geest bevestigt Gods presentie op aarde, en machtigt en zendt de leerlingen. Vol van heilige Geest (2:4) – vol passie, vol vuur – gaan de leerlingen voort om de verrijzenis van Jezus en de liefde van God te verkondigen.
I'm on fire
Zo’n beeld van een niet verterend vuur duikt natuurlijk niet alleen op in de Bijbel. Het leeft ook in de bredere cultuur. Sinds ik aan dit artikel begonnen ben, krijg ik twee liedjes niet uit mijn hoofd (die meteen mijn leeftijd verraden): Bruce Springsteens "I'm on Fire” en The Bangles’ “Eternal Flame”. Oké, vooruit, drie: ik word ook geplaagd door “Zomaar wam, in vuur en vlam” van Kinderen voor Kinderen. Allemaal zijn het liedjes over harten die branden van liefde.
Niks mis mee. De romantische liefde is ook een vorm van de liefde die van God komt – en wat een heerlijke vorm! Maar Gods liefde is in het algemeen socialer en duurzamer. Socialer omdat die aan iedereen gegeven is (Handelingen 2:4; 2:17; vgl. 1 Johannes 4:7) en voor iedereen bedoeld is (zelfs onze vijanden). Duurzamer in de zin dat het geen zaak is van kortdurende emoties en inzet, maar is werkelijk een eternal flame – dat wil zeggen een vlam die nooit uitgedoofd kan worden omdat hij van de eeuwige God komt.
Wat is onze eigen, specifieke zending in het licht van het Pinkstervuur? Die is eenvoudig: Gods liefde in elke hoek van ons leven brengen. Dit is de brand die Jezus heel graag wil zien woeden.
Tim Schilling
Voor de liefhebber 'Eternal Flame':
Artikelen in dit thema Het vuurtje doorgeven
- Vurige pinksterkijktafels
- Vuurtje, versje
- Het vuurtje doorgeven.
- Doorgeven
- Geloofsopvoeding: de Schijf van Vijf
- Vurige dennenappels
- Pinkstervuur
- Bijbelverhalen over het vuurtje doorgeven
- Vuur maken
- Een klein vlammetje
- Een nieuw leven voor kaarsstompjes
- Inspiratieavond 'Duurzaam geloven'
- Pinksterversje voor papa’s en mama’s
- Pinkster-vlammen-knutsel
- Liedjes over vuur en licht
- Op een tegeltje samengevat