Knutselen en doen

Hier vind je tips en ideeën om samen met je kinderen binnen of buiten
creatief bezig te zijn rond het thema.

Spelletjes waar je op, over of juist binnen de lijnen moet blijven

Er zijn veel spelletjes en sporten waarin lijnen een belangrijke rol spelen.
Soms moet je binnen de lijnen blijven, soms juist erop of eroverheen gaan.

Het is leuk om juist in de zomer een aantal van deze spelletjes of sporten - waarin lijnen een rol spelen - samen te gaan doen.

Hinkelen
Bij een hinkelbaan moet je ervoor zorgen precies in de vakken te springen. Spring je naast een vak, dan ben je af.
Wie haalt de baan in een keer?

Twister
Een kleed met daarop cirkels in verschillende kleuren. De dobbelsteen bepaalt in welke kleur je een voet of hand moet plaatsen. Met meerdere kinderen komen al die ledematen al snel in de knoop ...

Lijnbal
Lijnbal is een simpele vorm van volleybal. Het is een spel voor twee teams van 6 tot 10 spelers. Het speelveld wordt door middel van een dwars gespannen lijn in twee gelijke vakken verdeeld. Voor de hoogte van de lijn neem je de gemiddelde lengte van alle spelers. De teams proberen de bal over de lijn in het vak van de tegenstander te werpen. Als de bal de grond raakt, is een punt gescoord. Het team dat het eerste 10, 15 of 20 punten heeft gescoord is de winnaar.

Elastieken
Maken: knoop de eindjes van 5 meter elastiek aan elkaar tot een ring. Twee kinderen staan in het elastiek om het te spannen; het elastiek kan ook tussen twee stoelen of bijv. dozen gespannen worden. De andere kinderen kunnen figuren springen door bijv. al springend met hun voeten het ene elastiek mee te nemen over het andere. Op, over en tussen de lijntjes! Het meisje op het filmpje doet het je voor:

Trefbal
Een veld met een middenlijn en 2 achterlijnen. De kinderen worden in 2 gelijke groepen
verdeeld. Groep A gaat in vak A staan en groep B in vak B. De 2 groepen kiezen allebei een koning. De koning van groep A gaat achter de achterlijn staan van vak B. En de koning van B staat achterin vak A. Dan wordt de bal in het veld gegooid, de groep die de bal kan pakken mag beginnen. De bedoeling is er zoveel mogelijk van de andere groep 'aan' te gooien, dit geldt evenzeer voor de koning. Als er iemand 'aan' is, gaat dat kind bij de koning staan van zijn /haar eigen groep. Als de kinderen van een groep er allemaal aan zijn, mag de koning alleen overkomen en heeft hij 3 levens. Of hij pakt 2 kinderen van zijn groep mee. Dan heeft de koning geen levens meer, hij heeft dan 1 kans net als die andere 2 die hij meeneemt

In de beek, uit de beek
Heel eenvoudig: zet de leden aan een kant van een touw. Zij staan in de beek. Als de leider zegt: "uit de beek", springen ze allen naar de andere kant. Zegt de leider "in de beek", dan springen ze weer naar deze kant. Er mag alleen maar gesprongen worden als dat nodig is, en enkel als de leider de correcte formulering gebruikt. Zegt hij/zij bijvoorbeeld 'in de beer' en er wordt gesprongen dan zijn die leden 'af'.

Voetbal, basketbal, handbal, volleybal, hokey...
Bijna alle buiten-en binnensporten hebben een veld waarop met lijnen het speelveld is aangegeven. Veel van de spelregels hangen samen met die lijnen. Bijvoorbeeld: de bal mag niet 'uit' zijn, dat gebeurt  als hij over de zij-en/of achterlijn komt.

En... bij alle spelen gaat het er eigenlijk om dat het fijn is om samen te spelen.
Wie er wint of verlies is eigenlijk van ondergeschikt belang!

Veel plezier!

Ellie Keller