Knutselen en doen

Hier vind je tips en ideeën om samen met je kinderen binnen of buiten
creatief bezig te zijn rond het thema.

Vuurtje stoken

Nu het buiten weer warmer wordt, is het een leuk idee om eens buiten met je kinderen een vuurtje te stoken. Vuur en Pinksteren passen naadloos bij elkaar. Dus haal de barbecue of vuurkorf tevoorschijn. Of ga naar een plaats toe waar je veilig een kampvuur mag maken.

Zo kunnen je kinderen letterlijk -en figuurlijk- de ervaring opdoen wat er allemaal nodig is om een vuurtje te ontsteken en brandend te houden: brandstof, geduld, zuurstof.

Begin met brandstof te verzamelen: takken, hout, proppen papier, dennenappels...

En bouw een mooi vuurtje op: begin met houtkrullen of pluis, daarna dunne takjes die steeds dikker mogen worden...

Het aansteken gaat natuurlijk makkelijk met een aansteker en een aanmaakblokje. Maar probeer eens of het ook met een vergrootglas gaat, een fire-steel of een vuurboog.

Als het vuurtje eenmaal brandt, is het zaak om het brandend te houden en het niet te laten uitdoven. Wind, zuurstof, oplettendheid en voldoende brandstof zijn noodzakelijk. Het vuur moet gevoed blijven!

Niets is zo fijn als te genieten van de fonkelende vlammen.
Te kijken hoe ze likken, vonken, vlammen, gloeien, verbranden.
Geniet van de kleuren: blauw, zwart, rood, oranje, geel...
Voel hoe het vuur verwarmt, koestert, je laat gloeien...

Zo rond het vuur zittend kan je samen spreekwoorden of gezegdes verzinnen die met vuur te maken hebben. Er zijn er een heleboel. Bespreek samen of ze ook iets over de Pinksterervaring vertellen. Waarom wel, waarom niet?

. als een lopend vuurtje (= zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje).)
. daar durft hij zijn hand voor in het vuur te steken. (= ergens heilig van overtuigd zijn.)
. de kastanjes uit het vuur halen. (= een moeilijk klusje oplossen)
. als een de klap op de vuurpijl (= een verrassing)
. de vuurproef doorstaan (= slagen in de moeilijke onderneming)
. die het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het best. (= als je ergens vlak bij bent heb je daar vaak meer voordeel van dan wanneer dat niet het geval is)
. een ijzer in het vuur hebben (= een plan hebben dat nog onbekend is voor de buitenwereld)
. een potje te vuur hebben staan (= iets onaangenaams te verwachten hebben)
. ergens de hand voor in het vuur steken (= heel erg zeker weten dat iets zo is)
. geen rook zonder vuur (= er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
. het is maar een strovuurtje (= het ziet er erg uit, maar het is snel voorbij)
. het is olie op het vuur (= een reeds zeer gespannen situatie wordt door 1 extra gebeurtenis of opmerking tot een uitbarsting gebracht.)
. iemand het vuur (na) aan de schenen leggen (= iemand onder druk zetten)
. zich het vuur uit de sloffen lopen. (= een uiterste inspanning leveren door hard te lopen.)
 
. in vuur en vlam staan (= erg enthousiast zijn / hevig branden)
. met vuur spelen (= gevaarlijke dingen doen)
. te veel vuur in een stoof doet ze branden (= teveel is schadelijk)
. voor iemand door het vuur gaan (= voor iemand alles overhebben
. vuur en vlam spuwen (= erg hevig uitvaren)
. water en vuur zijn (= elkaar niet kunnen verdragen)
. zich het vuur uit de sloffen lopen (=heel erg de best doen)

Veel plezier!

EK