Woont God daar?
Gastcolumn Woont God daar?
In mijn boekenkast staat een boek met de titel ‘Is God thuis?’. Zo’n titel brengt mijn fantasie op gang en roept nieuwe vragen op. Waar is dat dan, dat thuis van God? Waar woont God? Kun je daar gewoon aankloppen en vragen of God thuis is? Zou er een lange wachtrij staan? De titel is overigens afkomstig uit ‘Tweede verhaal van God’ van Herman van Veen.
Welk antwoord zou je krijgen als je de vraag zou stellen naar de verblijfplaats van God? Veel mensen zullen zeggen: de hemel, de sterren, in de wolken. Als iemand overleden is zeggen we vaak: hij of zij is nu bij God. Of zoals ik onlangs las in een rouwadvertentie: ‘Onze lieve moeder is naar Huis gehaald’. Maar waar is dat Huis? Anderen zeggen wellicht: God woont in de kerk. De kerk is het huis van God. Een concrete aanwijsbare en vaste plek is wel handig. Je weet dan altijd waar je God kunt vinden. Bij de oude Grieken zetelden de goden en godinnen op de berg Olympus.
De berg De berg als woonplaats van God vind je ook in de Bijbel. In Exodus 19,3 lezen we: Mozes ging de berg op, naar God. Mozes ontvangt de stenen tafelen met de tien geboden van God op de berg Sinaï. In de evangelielezing van de tweede zondag van de veertigdagentijd lezen we dat Jezus de berg op gaat om te bidden (Lucas 9,28). Maar in de Bijbelverhalen wordt niet één plaats aangewezen als de verblijfplaats van God, maar meerdere plekken en verschillend van elkaar: een tempel, de woestijn, een tent. Heel concrete plekken, je zou ze op een landkaart kunnen aankruisen.
Het suizen van een zachte bries
Persoonlijk vind ik dat een beetje te concreet. Alsof je je God toe wilt eigenen, God al te klein menselijk maakt. We kunnen niet anders dan in menselijke termen en beelden over God spreken, omdat we nu eenmaal mensen zijn. Voor mij ‘woont’ God niet op een bepaalde vaste plek. Een mooi verhaal vind ik dat van de profeet Elia die op de vlucht is en zich bevindt op de berg (!) van God, de Horeb (1 Koningen 19). God trekt aan Elia voorbij: God is niet in de storm, de aardbeving of het vuur: God is in het suizen van een zachte bries.
God woont in ons
Bij de voetwassing op Witte Donderdag wordt vaak het lied gezongen dat bekend is van de gemeenschap van Taizé: Ubi caritas et amor, Deus ibi est (Waar barmhartigheid en liefde is, daar is God). Niemand heeft ooit God gezien. Niemand is ooit bij God op bezoek geweest. Niemand heeft ooit aangeklopt aan een deur en gevraagd: is God thuis? De mooiste zin in de Bijbel over de verblijfplaats van God vind ik in de eerste brief van Johannes (1 Johannes 4,12): “Nooit heeft iemand God gezien, maar als wij elkaar liefhebben, woont God in ons".
Marianne Baijens
Artikelen in dit thema Woont God daar?
- Samen rond de Kijktafel in de Veertigdagentijd
- Wekenversje: Woont God daar?
- Waar woont God in de Bijbel?
- Gastcolumn Woont God daar?
- Knutsel een veertigdagen-kubus
- Biddend op zoek naar waar God woont
- Prentenboeken en kinderboeken over bijzondere plekken en geweldige mensen
- Palmpasenstok
- Kleine Uil wordt wijs - Vasten, bidden, geven
- Kleine Uil wordt wijs - Filmpjes voor de veertigdagentijd