Elkaar verstaan
Verstaat God ons?
Wie wil bidden zoekt vaak naar mooie woorden. Goede zinnen die precies uitdrukken wat we bedoelen. Want iedereen wil graag gehoord en goed begrepen worden, ook door God. Weet je niet hoe je het mooi kunt zeggen? Vind je geen volle zinnen? Is je bidden meer stamelen dan spreken? Geeft niks.
Vraag je je kinderen weleens of zij voor iemand willen bidden? En is het antwoord alleen een naam, oma, of komen er zelfs helemaal geen woorden? Denk niet te gauw dat er niet gebeden wordt.
Woordeloos gebed
Bidden tot God die je kent en die jou liefheeft, lijkt op de manier hoe vrienden of geliefden met elkaar communiceren. Als je de hele dag bij elkaar bent hoef je echt niet de hele dag iets tegen elkaar te zeggen, het is vaak al genoeg dat je je bewust bent van elkaars aanwezigheid. Ook dat is bidden. Je bent je ervan bewust dat God bij je is, in huis, onderweg, op je werk, of waar dan ook. Alles wat gebeurt deel je met God, meestal niet eens hardop, maar in je eigen stilte. Je deelt met God en je ontdekt al biddend hoe je met dingen mag omgaan. Henri Nouwen, de bekende priester, noemt dit ‘het woordeloos gebed’. Het is alsof God naast je loopt of zit en dus bij alles betrokken is.
Bidden met heel je hart
Maar wil je echt met aandacht bidden? En lukt het niet zo goed? Dan kan het volgende verhaal je moed geven. God verstaat wat er achter je gebed schuilgaat, Hij weet wat er in je hart leeft. En dat is genoeg.
"Twee mannen zijn elkaar onderweg van de ene stad naar de andere tegengekomen. Eén rijk. Eén arm. Tijd voor het avondgebed. De ene reciteert uit zijn hoofd het Achttiengebed. Lang. Erg lang. De ander houdt zijn hand voor zijn ogen. Zegt het alfabet. De eerste lacht zijn metgezel uit: “Noem je dat bidden, jij onwetende stommeling?” De andere man zegt: "Ik kan niet bidden, dus geef ik God de letters en Hij maakt er wel een gebed van.”
‘s Nachts wordt de eerste hevig ziek. Alsof het leven uit hem wegvloeit. Hij roept tot God: “Wat heb ik gedaan dat ik dit verdien?” Hij hoort een stem die zegt: “Dit is omdat je mijn dienaar hebt bespot.” De zieke man zegt: “Maar hij kon niet eens bidden!” De stem: “Je vergist je. Hij kon bidden, want hij deed het met heel zijn hart. Jij weet de zinnen en de woorden, maar er is alleen maar mond en geen hart.”
Uit: Marcel Möring, In Babylon, Meulenhoff, Amsterdam, 1997
Edith Vos