Luister goed!
Over horen en luisteren
In deze prentenboeken gaat het steeds over luisteren. Over heel goed luisteren, zoals in 'De boom met het oor'. Of juist over heel slecht luisteren, zoals in 'Ophelia'. Soms luister je wel, maar is er niets te horen, zoals in 'De krekel die niet tjirpen kon'. En soms hoor je wel iets, maar weet je eigenlijk niet zo goed wat, zoals in 'Kleine bever en de Echo.'
Ga er maar eens goed voor zitten en spits je oren voor deze prachtige verhalen!
En als toegift: een prachtig gedicht over wat je kunt zien, maar niet kunt horen.
De boom met het oor
Een kleine jongen kan niet wachten om zijn ouders na schooltijd te vertellen wat hij heeft ontdekt bij gym. Maar zijn ouders hebben geen tijd om naar zijn verhaal te luisteren.
Gelukkig is er een boom met een oor. Een oor dat echt luistert. Wie zijn verhaal ertegen vertelt, voelt dat het wordt gehoord. Eindelijk kan de jongen vertellen wat hij heeft meegemaakt. Een fijnzinnige prentenboek met prachtige prenten, om met aandacht te lezen en te bekijken.
Annet Schaap en Philip Hopman, De boom met het oor
Ophelia
Ophelia is een nijlpaard, dat heerlijk ligt te dobberen in de rivier. Plotseling hoort ze de stem van haar vriend Joppe, de krokodil: ‘ O, ik heb zo’n last van vlinders in mijn buik!’. Ophelia pakt haar doktertas en gaat op weg om Joppe te helpen. Onderweg komt Ophelia een goede vriend tegen, aan wie ze het verhaal vertelt.
Die vertelt het weer door aan een ander, en iedere keer wordt het verhaal een beetje erger, totdat iedereen ervan overtuigd is dat Joppe er heel slecht aan toe is.
Een vrolijk stapelverhaal dat laat zien hoe belangrijk het is om goed te luisteren!
Ingrid en Dieter Schubert, Ophelia
De krekel die niet tjirpen kon
In dit boek ontmoet een klein krekeltje allerlei insecten, die hem vrolijk begroeten. De krekel wil antwoord geven. Daarom wrijft hij zijn vleugeltjes tegen elkaar.
Maar er gebeurt niets.
Er is niets te horen.
Als de nacht al is gevallen, ontmoet hij een andere krekeltje, net zo verlegen als hij.
En wat er dan gebeurt…
Een klassiek prentenboek met een verrassing!
Eric Carle, De krekel die niet tjirpen kon
Kleine Bever en de Echo
Aan de oever van een groot meer woont Kleine Bever. Hij is helemaal alleen: hij heeft geen broertjes, geen zusjes en ook geen vriendjes. Niet één! Kleine Bever moet ervan huilen. Dan hoort hij iets vreemds. Het lijkt wel alsof er iemand met hem meehuilt, aan de overkant van het meer. Waarom huil je zo?, roept Bever. ‘ Waarom huil je zo?’, roept de stem terug. ‘Ik ben zo alleen. Ik wil een vriendje’, antwoordt Kleine Bever. ‘Ik ben zo alleen,’ klinkt de stem. ‘Ik wil een vriendje’.
Kleine Bever kan zijn oren niet geloven: aan de overkant is iemand die net zo alleen is als hij! Gauw gaat hij op weg om zijn nieuwe vriend te ontmoeten. Onderweg komt hij een eend, een otter en een schildpad tegen. Zij hebben niet gehuild, maar willen wel graag een vriendje! Maar van wie was die stem dan?
Amy MacDonald en Sarah Fox-Davies, Kleine Bever en de Echo
Gedicht: ‘ Wat je kunt zien, maar niet kan horen’
[fragment]
Een stilstaande auto
een lamp
een doosje lucifers dat op tafel ligt
een klok die stilstaat
een standbeeld
een schilderij
een kleur
een vliegtuig dat buiten gehoorsafstand is
een speld
een rebus
een postzegel
een oog
een chocolaatje
een weiland
een drempel
een getekend poppetje
een vingerafdruk
een plafond
uit: 'Een leeuwerik boven een weiland', 1996.
Dit gedicht van Karel Schippers lokt uit om nog veel meer voorbeelden te verzinnen. Daarom heeft de dichter zelf al aangegeven dat het een fragment is!
De brief voor de koning
Lees samen met je oudere kind eens ‘De Brief voor de Koning’, van Tonke Dragt.
Dit boek won de prijs voor het beste kinderboek in vijftig jaar.Het wordt nu een Netflix-serie, maar het boek is bijzonder mooi geschreven.
Het begint met een stem in de nacht, die heel ongelegen komt.
Tiuri moet alleen nog maar de nachtwake in de kapel volbrengen, wakend en biddend, samen met andere jongens, en zal dan de volgende dag tot ridder geslagen worden. Hij mag die nacht met niemand praten.
Maar dan wordt er op de deur geklopt en een stem zegt: ”In Godsnaam, doe open!” Tiuri aarzelt en aarzelt, hij wil er niet naar luisteren, de anderen volharden in hun gebed, de stem vraagt om hulp, Tiuri staat op en doet open.
En dan begint het grote avontuur van zijn leven.
Ruth Hartog-Hoogendam