Op weg naar Betlehem
De drie dwazen
In 1958 schreef Tonke Dragt, gelauwerd als beste Nederlandse kinderboekenschrijver in 50 jaar, een kerstverhaal voor kinderen vanaf 10 jaar. Het is gepubliceerd in Elseviers Kerstverhalenboek. De hoofdpersoon heeft drie geleerden uit zijn stadje zien vertrekken, een bijzondere ster achterna. Zij hebben gevraagd of hij meeging. Hieronder enkele fragmenten.
Vannacht zijn ze op weg gegaan.
Ik was nog wakker en hoorde de voetstappen van hun kamelen langs mijn huis komen. Ik kon me voorstellen hoe ze gingen, achter elkaar door de stille straat, beschenen door het sterrenlicht. En toen de stappen van de kamelen zich verwijderden en tenslotte wegstierven voelde ik me plotseling eenzaam.
Ik had het gevoel dat ik was achtergelaten. Onzin natuurlijk.
"Ze zijn weg", dacht ik. "Nu kan ik gaan slapen."Maar ik bleef met wijd open ogen liggen, ook toen ik geen geluid meer hoorde. En ik stond op en ging naar boven, naar het platte dak. Ik keek uit over de slapende huizen en verder.
En ik zag hen. Ze waren al buiten de stad gekomen. Ik zag hen, drie kleine gestalten, elk op een kameel. Ze trokken over de lage heuvelen in westelijke richting. Ik bleef hen nakijken totdat ze achter een heuvel verdwenen.
Toen keek ik naar de ster. Zij stond lager aan de hemel dan de vorige nacht. Maar zij was nog even groot en helder. Haar licht was rein en stralend. "En koud ook", zei ik tot mezelf.
Ik zie de drie figuurtjes nog voor me, zo nietig in de wijde ruimte, onder de hoge hemel. Hoe kunnen zij zich verbeelden dat die ster speciaal voor hen opgekomen is?
Zij woonden in dezelfde straat als ik.
Twee van hen waren oud, één ongeveer van mijn leeftijd. Zij waren mannen van de wetenschap –althans dat zeiden ze. Ze vertoefden echter niet de hele dag in hun studeervertrekken, maar begaven zich vaak naar buiten om te wandelen op straat, of te praten met allerlei mensen.
Ze waren zeer geliefd bij de kinderen in de buurt. Ze gingen vaak met hen mee om vliegers op te laten buiten de stad.....
Ze verschilden veel in karakter, maar ze waren alle drie zeer intelligent. Ik had nooit kunnen denken dat ze eens zo verdwaasd zouden raken......
Vele dagen geleden zat ik op een avond op mijn dak. Het was de afgelopen dag zeer warm geweest en ik was te moe om te gaan slapen. Ik liet mijn gezicht verkoelen door de frisse nachtwind en ik voelde me gelukkig en tevreden, zonder enige wens of verlangen.
Toen zag ik de ster. Eerst was er alleen het geschitter van veel kleine sterren en het volgende ogenblik was er een groot licht dat alles overstraalde. Ik keek. Ik deed niets. Maar gedurende één ademtocht stond mijn ziel in brand met een licht even helder als dat van de ster. Gedurende één ogenblik dacht ik aan een wonder, aan een boodschap van de macht die het heelal heeft geschapen en die het bestuurt, de macht die wij God noemen. Maar het vuur in mijn ziel is niet blijven branden. Het doofde uit, meteen nadat het ontvlamd was......
De nacht erna kwamen zij.
"Je hebt de ster ook gezien", zo begroetten ze mij en ze gingen met me naar het dak. "Deze ster kondigt de geboorte aan van iets nieuws", zeiden ze. "Zij is een teken van God. Wellicht is de koning geboren die over de wereld heersen zal. De oude profeten spreken daarvan." Dit zeiden ze en nog meer. Ze spraken wartaal, dronken van het licht. "We gaan op weg om deze ster te volgen," zeiden zij. "Ze verplaatst zich naar het westen en naar het westen zullen wij gaan." En ze vroegen of ik meeging.
Ik vroeg hun of ze gek waren geworden. Maar ze lachten slechts en zeiden dat ik de ster ook had gezien. "Zoveel mensen hebben dat", zei ik. "Maar die gaan ook niet allemaal op weg om haar te volgen. Dat zou een uittocht worden!""We praten niet over andere mensen,'antwoordden zij. "Jij moet meegaan." ...
De ster is er nog steeds. Maar ze komt iedere nacht later op en haar helderheid neemt af. Ze verplaatst zich nog steeds naar het westen. Spoedig zal ze uit onze hemelen verdwenen zijn. Iedere nacht zit ik op mijn dak. De ster zal er gauw niet meer zijn, gelukkig, want dan zal ik de drie wel uit mijn gedachten kunnen zetten en mijn werk weer opnemen. Deze nacht sprong er plotseling een gedachte bij me op. "Ga nu", zie die. "Het is nog niet te laat. Volg de ster, voordat zij weg is". Gedurende één ogenblik hoopte ik dat het vuur in mijn ziel weer op zou vlammen. Maar meteen daarna wist ik dat ik niet zou gaan. Wie ben je dat er sterren aan de hemel zouden verschijnen om je iets mee te delen?...
Nu schrijf ik voor het laatst op deze bladen. Hierop kan ik de waarheid wel zeggen.
De waarheid die ik morgen niet meer zal willen weten.
Dat die drie dwazen juist wijzen waren.
Wat geeft het of ik tegen mezelf zeg dat zo veel mensen zich niets van de ster hebben aangetrokken? Daardoor word ik niet vrijgesproken.
Ik ben de dwaas.
Want ik heb de ster gezien en ik heb haar niet gevolgd.
(bewerkt door NS)
Artikelen in dit thema Op weg naar Betlehem
- Op weg naar de stal
- Adventsversje voor de vier kaarsen
- Kleurplaat: op weg naar Betlehem
- Kleine Uil wordt wijs
- Wat is er in Betlehem te zien?
- Zingend op weg naar Betlehem
- Uilenkoekjes bakken en een kerstspiraal versieren
- Over de beeldjes van kerstgroep
- Huis van brood, bed, bad?
- Versjes bij het aansteken van de Adventslichtjes
- Onnozele kinderen
- De drie dwazen
- Buigende en knielende koningen, ooit gezien?
- Verlanglijstje met een hartewens