De herdertjes lagen bij nachte
Het lelijke schaapje
Eventueel in delen voor te lezen, elke Adventsweek een deel.In de kudde van de rijke schapenfokker Cornelius was iets vreemds gebeurd. Er was een lelijk schaapje geboren. Het was niet wit zoals de andere schapen. Het was niet zwart of bruin zoals de schapen van de buren. Het was gevlekt. Wit en zwart en grauw en grijs, in grote en kleine vlekken, alles door elkaar. Cornelius zat er vreselijk mee in zijn maag. Wat een ragebol, dacht hij. Wat een mormel. Het schaapje paste niet bij de rest van de kudde. Het dartelde even koddig als zijn witte broertjes en zusjes, maar toch schaamde Cornelius zich voor hem. De mensen die langskwamen, wezen ernaar en riepen: 'Cornelius, wat heeft dat lam? Heeft het schimmel? Maak je je stal soms niet goed schoon?' Dan begon Cornelius extra goed te bezemen, zodat iedereen het kon zien.
Kort daarna ging Cornelius naar de markt om witte schapen te verkopen. En melk, kaas en wol. De eerste klant was een rijke boerin. Ze keurde de schapen en zei: "Denk erom, Cornelius, ik wil een wit schaap, dat witte lammeren krijgt. Er mag geen vlekje aan zitten. Ik wil geen lelijk mormel zoals dat ene van jou."
Een handelaar die ernaast stond en het gesprek hoorde, besloot van Cornelius helemaal geen schapen te kopen. Ze konden wel een besmettelijke ziekte hebben. Zo ging het de hele dag door. Het verhaal werd steeds erger. Op het laatst verkocht Cornelius helemaal niets meer: geen schapenkaas, geen schapenmelk, geen schapenwol.
voor de tweede zondag van de Advent, 4 december:
Het gevlekte schaapje was intussen groter en groter geworden. En Cornelius armer en armer. Op een dag keek Cornelius somber naar het schaapje dat in een hoek lag. "Het is allemaal jouw schuld, lelijk beest. Ik moet van je af, want je brengt me alleen maar ongeluk. Morgen zet ik je af bij de slager. Die weet wel raad met jou. Misschien krijgen de mensen dan weer vertrouwen in mij en word ik weer de schapenhandelaar die ik was. Hup, naar je hok jij."
Die nacht besloot het bedroefde schaapje te ontsnappen. Ik ben misschien nergens goed voor, dacht hij, maar ik ga liever alleen op reis dan te eindigen bij de slager.
Toen het buiten helemaal donker was, en Cornelius en de andere schapen sliepen, klom het schaapje over het hek en sprong de nacht in. De maan en de sterren stonden aan de hemel. Het was stil en koud. Maar het schaapje kon ertegen, want zijn vacht was inmiddels behoorlijk dik geworden. Hij liep door velden en weiden. Hij klom over hekken en sprong over greppels, totdat hij eindelijk onder een oude levensboom ineenzakte, in slaap viel en prachtig droomde.
voor de derde zondag van de Advent, 11 december:
Toen het schaapje de volgende morgen wakker werd, stond er een hele kring nieuwsgierige schapen om hem heen. Ze waren bruin en staarden hem aan.
"Goeiemórgen,"zei de grootste, "jij bent gevlekt!"
Het lelijke schaapje knikte bedroefd. "Ik weet het", zei het zacht. "Ik ben het lelijkste schaap van heel Judea. Daarom ben ik van huis weggelopen. Ik bracht mijn baas ongeluk. Nu ben ik opzoek naar een andere plek om te wonen."
Het bruine schaap zei: "Ga dan met ons mee. Wij horen bij de kudde van een wolkoopman die in heel Judea wollen vachten en garens verkoopt."
"Zou ik dan bij jullie mogen wonen?" vroeg het lelijke schaapje hoopvol.
De hele dag speelde en graasde hij met zijn nieuwe vrienden in het veld. Toen was het tijd om naar het kamp te gaan.
De herders zaten om het kampvuur en kookten hun potje. Het bruine schaap zei: ga hier maar liggen en zorg dat je niet opvalt,"
Schaap maakte zich zo klein mogelijk. Thuis. Was het laatste wat hij dacht voor hij in slaap viel. Maar toen de zon opkwam, duurde het niet lang of een herder ontdekte hem. "Hé,' zei de herder, 'wat is dat voor een misbaksel? Dat is niet van ons. Onze baas heeft alleen mooie gave schapen. Vort, wegwezen jij, of moet ik de hond op je af sturen?"
Het lelijke schaapje begon te hollen voor zijn leven.
"Ga naar Betlehem!" riep zijn vriend hem na. 'Naar de markt! Misschien wil iemand je daar wel hebben!"
voor de vierde zondag van de Advent, 18 december:
Laat in de middag kwam het schaapje bij Betlehem aan. Het was er verschrikkelijk druk. Reizigers stroomden van alle kanten de stadspoort in. Er stonden borden: stam van David linksaf; herberg rechtdoor; markt rechtsaf.
Toen het schaapje de stadspoort binnen wou gaan, werd hij door een poortwachter tegengehouden. "Bij wie hoor jij?"vroeg de wachter. "We kunnen geen loslopende beesten gebruiken in Betlehem. Weg jij, schooier!"
Het schaapje besloot buiten de poort een beter moment af te wachten.
De schemering viel in. In de verte kwamen nog twee reizigers aan. Een hoogzwangere vrouw op een ezel en een man die het ezeltje leidde. Ze zagen er moe uit. Ze waren helemaal uit Nazaret komen lopen.
"Jozef", zei de vrouw, "ik geloof dat ik de stadspoort zie. Zouden we er dan eindelijk zijn? Ik voel me zo moe, en het is koud aan het worden."
De man tuurde in de verte: "Je hebt gelijk, Maria. Betlehem, de stad van mijn voorouders. We zijn er eindelijk. Houd nog even vol, dan zijn we bij de herberg."
Vol goede moed leidde hij het ezeltje over de hobbelige keien. Daar kwamen ze langs het lelijke schaapje. Toen Maria hem zag, glimlachte ze vriendelijk. Het schaapje keek hen na en besloot hen te volgen alsof hij erbij hoorde. Ze kwamen bij de herberg aan. Jozef klopte aan. De herbergier deed open en meteen voelden ze de warmte van het houtvuur en roken ze geuren van heerlijk eten. Jozef vertelde over zijn zwangere vrouw en zei dat zij en hun ezeltje een plaats zochten. Wat de herbergier zei, kon het schaapje niet verstaan. Maar het was vast niet veel goeds, want het tweetal draaide zich om en trok verder de koude nacht in. Ik ben niet de enige die geen huis heeft, dacht het schaapje.
Hij besloot de velden in te gaan om een veilige plek te vinden voor de nacht. Na een tijd kwam hij bij een kudde die lag te slapen. Hij herkende zijn vrienden meteen. De herders lagen erbij, diep in slaap, terwijl hun houtvuur zachtjes smeulde. "Allemaal mooie vachten", zuchtte het schaapje, ik hoor hier niet thuis." In zijn eentje trok hij verder. Ineens kwam er uit de lucht een wonderlijk gedruis. Het was alsof de gordijnen van de hemel opengingen en alle engelen en sterren van boven naar beneden dwarrelden.
voor Kerstmis:
De engelen zongen een lied dat galmde over de velden. Het ging over een redder, geboren in de stad van David, over vrede en licht.
Voor het schaapje verscheen een engel die zei: "Schaapje, er is voor jou een stal, volg de weg die de ster je wijzen zal," Alsof hij droomde, zo licht ging het schaapje achter hen aan.
Bij een stal aangekomen, deed de engel de deur voor hem open. En daar zag het schaapje Jozef en Maria terug, samen met de ezel en een oude os. En er was iets bijzonders gebeurd. In de voerbak van de dieren lag een pasgeboren kindje.
Maria had het kindje zo goed mogelijk toegedekt met hooi. Toen ze het schaapje zag, zei ze, "Ben je daar weer? Welkom, en kom er bij. Het is een beetje armoedig hier, maar ons kindje Jezus heeft van deze stal een thuis gemaakt."
Toen het schaapje wilde blaten, merkte hij dat hij een stem gekregen had. "Dankuwel mevrouw. Ik wil hier graag blijven. Bij het kindje. En kan ik u helpen met mijn wol? Hij is niet mooi, maar wel lekker warm."
Dat vond Jozef een prachtig idee. Hij trok dikke plukken wol uit de vacht van het schaapje Wit en zwart en grijs en grauw. Met zijn grote handen ploos Jozef de wol uit. Hij mengde alle kleuren en vormde er een dekentje van. En toen hij het kindje warm toedekte, zagen ze dat de wol glansde als zilver.
Het schaapje kon zijn ogen niet van kindje afhouden. De engelen verkondigden de geboorte overal, en van heinde en verre kwamen mensen om het kindje te bezoeken. En tegen iedereen die het maar horen wilde zei het schaapje: en zie je dat dekentje? Dat is gemaakt van mijn wol, mijn warme wol."
© Marjet de Jong
Uit: Kerst spelen met kinderen. Vijftien verhalen om te spelen, met aanwijzingen en patronen.
©2011 Adveniat, www.reliboek.nl
Artikelen in dit thema De herdertjes lagen bij nachte
- Kijktafel Advent: de herdertjes lagen bij nachte
- Adventskalender Schaapje
- Knutselschaapje
- Het lelijke schaapje
- Wie is mijn herder?
- Symboliek van de kerststal
- Advent en Adventskrans, achtergrond
- Versje bij het aansteken van de adventskaarsen + kerstmis
- Vieren rond de Adventskrans en op Kerstmis
- Verhalen vertellen: over herders en koningen
- Kerst met peuters, klein beginnen.....
- (Prenten)boeken over schapen en herders....