Thuis in de kerststal

Deze eerste week ligt het accent op ‘jouw thuis’. Je kunt er een gesprekje over voeren. Wie wonen er, hoe ziet het eruit? Misschien is het wel een gevoel (veiligheid, vrede, liefde). Hoe gaat Kerstmis bij jullie thuis? 

Deze week ligt het accent op ‘wat maakt iets tot een thuis’? Kun je dat ook ergens anders voelen, of ervan maken? Heeft het met personen te maken, of met spullen, met geuren, geluiden, muziek? Hoe maak jij een thuis?

Deze week ligt het accent op ‘onvrijwillig je thuis verlaten’. Op de vlucht gaan, ergens anders veiligheid zoeken. Hoe moet dat zijn? Hoe zou dat voor jezelf zijn, kun je je dat voorstellen?

Deze week ligt het accent op de komst van het Kerstkind in onze wereld. Advent is de tijd van verwachten en je voorbereiden op zijn komst. Vaak plaatsen we in onze huiskamer een kerststal als zichtbare plek van verwachting en geboorte. Als je Jezus verwacht, wens je dat Hij zich thuis mag voelen.

Met Kerstmis heten we het kindje Jezus welkom in de stal. Hij is thuisgekomen. Maar niet alleen Hij is er welkom, samen met de herders en de koningen zijn wij dat ook! Voel jij je al thuis?