Op avontuur!
Geloof is een avontuur
Hoe hebben we het er zover laten komen dat geloof door velen als een saaie boel wordt gezien? Terwijl de Bijbel en het levensgetuigenis van de heiligen juist het tegenovergestelde laten zien.
De Bijbel
Want sta er maar eens bij stil: Welk boek heeft avontuurlijker verhalen dan de Bijbel, welke woorden dagen ons meer uit? In de heilige Schrift lezen we over de schepping van het heelal, het ontstaan van de mens, het verlies van Paradijs, slavernij en bevrijding, oorlog en vrede, profeten, koningen, wonderen, de duivel, engelen, de komst van de Verlosser, dood en verrijzenis, reizen en gevangenschap, en het Einde der Tijden. En dit zijn niet zomaar verhalen. De woorden van de Bijbel openbaren de diepe betekenis van ons bestaan en doen een direct appel op ons. Ze spreken ons geweten aan en sturen ons de deur uit. Tegen Abram – en tegen ons – zegt God: “Trek weg uit uw land, uw stam en ouderlijk huis, naar het land dat Ik u zal aanwijzen” (Genesis 12,1). Tegen zijn leerlingen zegt Jezus: “Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood, geen geld en geen extra kleren” (Lucas 9,3).
De avontuurlijk kant van het geloof
Misschien ligt het aan mensen zoals ik, dat anderen niet inzien dat het christelijk geloof avontuurlijk is. Ik ken al te goed mijn eigen neiging om risico’s te vermijden. Thuis heb ik een boekenkast (in een kamer bekend als “the Ranger Station”) vol met verhalen over bergbeklimmers, ontdekkingsreizigers en pioniers die eenzaam de wildernis intrekken. Die lees ik vol bewondering – liefst op een zonnige middag op de bank! Zulke mensen nadoen is meestal te veel gevraagd.
Toch is het met name de avontuurlijke kant van het geloof die mij oorspronkelijk heeft aangesproken. Mijn besef dat de goede, almachtige God is gekomen om ons te bevrijden, bracht mijn leven in beweging. Ik voelde me geroepen om die boodschap te delen. Ik wist niet wat me te wachten stond, maar ik was wel bereid om op God te vertrouwen. God had een plan voor mij. Ik wist niet wat het was, maar ik wilde wel graag met God meewerken. Geïnspireerd door mensen zoals de monnik Thomas Merton en de schrijver en heilige Dorothy Day, ben ik aan de priesteropleiding begonnen. Vanuit aartsbisdom Seattle werd ik naar de KU Leuven gestuurd om theologie te studeren. Uiteindelijk ben ik geen priester geworden – God had iets anders in gedachten voor mij – maar mijn vrouw, twee kinderen, en nieuw leven in Nederland gaven vorm aan een net zo mooi avontuur.
Soms denk ik verlangend en vol nostalgie terug aan mijn jeugdige durf. Wat liet ik veel los in die tijd, om recht te doen aan mijn geloof! Kan ik dat nu niet opnieuw een keer opbrengen, vraag ik me af – maar dan wel op een manier die past bij een echtgenoot en vader? (Wordt vervolgd.) Tegelijkertijd weet ik ook dat het avontuurlijke van ons geloof meestal niet in de grote gebaren zit. Veel vaker krijgt het gestalte in de kleine, geestelijke keuzes die we maken (Durf ik mijn gekwetste gevoelens los te laten? Durf ik gelijk te geven?) en door God te prijzen voor zijn schitterende werken in het hier en nu.
Voor mij is geloof nog steeds een avontuur – een lonkende, open horizon voor onze menswording. Dichter Walt Whitman spoort ons aan in zijn “Song of the Open Road”:
“Forever alive, forever forward”!
Tim Schilling