Op avontuur!
Ga op avontuur met je eigen schatkaart
Speciaal voor een extra avontuurlijke zomer hebben we een schatkaart gemaakt. Juist voor de momenten waarop je zin hebt om samen een avontuur te beleven. Vier avontuurlijke wegwijzers uit de Bijbel helpen je de goede kant op. Vinden jullie de schat?
Wat heb je nodig:
- Stoepkrijt
- Blinddoek
- Een zelf getekende schatkaart waarin je vier 'wegwijzers' met opdrachten een plek geeft.
- Een schat! Bijvoorbeeld lekkers dat je met elkaar kan delen.
Hoe maak je de schatkaart?
Zet een route uit in de eigen buurt, op je eigen camping, in een bos of park. Teken de route uit op een vel papier als plattegrond. Geef de vier wegwijzers een plek op de kaart.
Schroei de uiteinden van je schatkaart (altijd met een volwassene erbij) met vuur om het er superecht uit te laten zien.
Wegwijzer 1: Ken je het verhaal van Mozes?
Het volk van Mozes leefde heel lang geleden in slavernij in Egypte. De Farao was de baas over alles wat ze deden. Mozes hielp zijn volk om weer vrij te worden, met hulp van God. Ze gingen op weg naar een eigen land, een land van melk en honing, om te wonen.
Maar om daar te komen en te ontsnappen aan de Farao moesten ze naar de overkant van de zee. Boten hadden ze niet. Hoe ze dan naar de overkant kwamen? God zei Mozes dat hij zijn handen over de zee moest uitstrekken. De zee spleet in tweeën. Er opende zich een weg naar de overkant van de zee over de zeebodem. Zo konden Mozes en zijn volk aan de Farao en zijn leger ontsnappen.
Opdracht: Teken met stoepkrijt een zee op de stoep en bedenk samen een manier om een weg naar de overkant te maken zonder dat je in de zee terecht komt.
Wegwijzer 2: Heb je wel eens gehoord van David?
David was een jonge herder. Zijn land was in oorlog met een ander volk, de Filistijnen. Tegen alle verwachtingen in versloeg hij de grote reus Goliath. Hij vertrouwde op God en gooide met zijn slinger een steen precies tegen het hoofd van Goliath. Zo kwam er een einde aan de oorlog. Uiteindelijk werd de kleine David zelfs de grote Koning David!
Opdracht: zoek een mooie steen en neem die mee. Als je ernaar kijkt, denk er dan aan dat je niet groot, sterk of machtig hoeft te zijn om belangrijke dingen te doen. We kunnen allemaal het verschil maken.
Of: zoek een mooie steen. Ga dan met je rug naar de zon staan en kijk naar je eigen schaduw. Die ziet er groot uit. Probeer met de steen het hoofd van je schaduw te raken, zoals David dat bij het hoofd van Goliath deed.
Wegwijzer 3: Ken je het verhaal van Tobias?
Tobias was een jongen die zijn blinde vader hielp. Hij moest geld ophalen in een stad ver weg daarvoor moest hij een lange reis maken. Onderweg beleefde hij veel avonturen. Hij had gelukkig een reisgenoot die hem onderweg hielp. Zo werd Tobias bijna opgeslokt door een riviermonster. Gelukkig wist zijn reisgenoot te vertellen hoe hij hem moest verslaan. Onderweg werd hij verliefd en trouwde hij. Na een hele lange reis kwam Tobias weer veilig thuis. Zij vader genas. Tobias kwam erachter dat zijn reisgenoot eigenlijk een engel was, de engel Rafaël.
Opdracht: Doe een blinddoek om en laat een van jouw reisgenoten je een stuk op weg helpen tijdens de speurtocht. Vertrouw je elkaar?
Wegwijzer 4: Ken je het verhaal van Zacheüs?
Zacheüs was een tollenaar die leefde in de tijd van Jezus. Zacheüs woonde in Jericho. Hij was tollenaar en zorgde ervoor dat mensen hun belasting betaalden. Maar Zacheüs was niet eerlijk. Hij laat mensen te veel betalen en werd zo zelf rijk.
Op een dag hoorde hij dat Jezus in de stad zou komen. Zacheüs wil Hem graag zien. Maar bij de weg waar Jezus langskwam stonden te veel mensen, Zacheüs was maar klein en kon niet over ze heen kijken. Hij bedacht een slim plan. Hij klom in een hoge boom vlakbij. Hij klom zo hoog dat hij over iedereen heen kon kijken. Zo zag hij Jezus, maar Jezus zag hem ook. Nu zou je misschien denken dat Jezus boos zou worden op Zacheüs, maar dat is niet zo. Hij vroeg aan Zacheüs of Hij misschien bij hem thuis mag komen eten. Zacheüs was verbaasd, maar ook heel blij. ‘Ik zal alles wat ik van de mensen heb gestolen teruggeven!’, zei hij, ‘Ik zal ze zelfs méér geven’. ‘Jij luistert naar God’, zei Jezus. ‘Ik ben gekomen om jou daarbij te helpen.’
Opdracht: zoek een mooie boom of een klimrek om zo hoog mogelijk in te klimmen.
Schat: Als je de schat hebt gevonden deel dan het lekkers met elkaar.
Meike Hettinga