Vertellen

Hier vind je nieuwe versjes en verhalen, en advies over kinderboeken
en bijbelverhalen bij het thema.

Prentenboeken over huis en thuis

Thuis is misschien wel de belangrijkste plek van de wereld. Het is de plek waar je naar terugkeert na een drukke dag op school, waar je jezelf kunt zijn en waar van je wordt gehouden. Een veilig huis is onmisbaar. In verschillende prentenboeken gaat het over ‘thuis’. Mensen kunnen op heel verschillende plekken wonen. Soms is het een hele zoektocht om een huis te vinden waar je op je plek bent, maar gelukkig zijn er anderen die een huis voor jou tot een thuis kunnen maken.

Klein- Mannetje heeft geen huis
Klein-Mannetje woont in een schoenendoos. Als na dagenlange regen de doos in elkaar zakt, gaat Klein-Mannetje op zoek naar een nieuw onderkomen.

Hij probeert verschillende huisjes uit, maar in geen van de huisjes voelt hij zich thuis: de lege jampot die Kikker hem aanbiedt is te klein, het hol van familie Konijn is met dertien kleine konijntjes wel érg vol en het huis van de vogels is veel te hoog.

Gelukkig ontmoet hij een Klein-Vrouwtje, die een erg gezellig huisje heeft.... Dit warme verhaal laat niet alleen zien hoe belangrijk geborgenheid is, maar maakt ook duidelijk dat wie een warm huis heeft ook gastvrij kan zijn voor anderen.

Klein Mannetje heeft geen huis is één van de drie verhalen uit:
Max Velthuijs, Het grote boek van Klein-Mannetje

-------

Thuis
In dit bijzondere prentenboek staan schitterende illustraties van allerlei soorten huizen.
De eenvoudige tekst maakt duidelijk dat thuis er heel verschillend kan uitzien:
“ Thuis is een huis op het land of een appartement.
Sommige huizen zijn een boot en andere huizen een wigwam.”

In het boek komen zowel echte als fantasiehuizen aan bod.

Het boek eindigt met de vraag: “Waar is jouw thuis?” “Waar woon jij?”

Een prachtig, verstild prentenboek om met aandacht te bekijken.
Carson Ellis, Thuis

------

Bij ons in de straat
Hoe verschillend mensen kunnen wonen, komt ook naar voren in het prentenboek 'Bij ons in de straat.'
Koos Meinderts en Annette Fienieg stellen in dit boek één voor één hun buren voor:
Tantje Truitje, Cowboy Henkie, De Dikke Dame.

Op de rechterpagina wordt op rijm iets over de bewoner vertelt, de linkerpagina laat het huis zien waarin zij wonen.
Een vrolijk prentenboek dat duidelijk met veel plezier is gemaakt.
Koos Meinderts en Annette Fienieg, Bij ons in de straat

-----

Van wie is dat huis?
Van wie is dat huis? is een stevig kartonboekje voor peuters vanaf twee jaar.
Op de linkerpagina staat een huis afgebeeld, de rechterpagina laat vier mogelijke bewoners zien: een kabouter, een prinses, een eskimo.

De volgende dubbele pagina toont wie er in dat huisje woont.

Een vrolijk en leerzaam zoekboek voor de allerkleinsten!
Joukje Akveld en Annemarie van Haeringen, Van wie is dat huis?

-----

Afrika achter het hek
Afrika achter het hek belicht een ander aspect van het thema ‘thuis’.

Naast de hoofdpersoon, een jongetje van een jaar of acht, komt een vrouw wonen uit Kameroen. Ze heeft zo’n heimwee naar haar thuisland, dat ze achter in de tuin een lemen hut bouwt.
Aan het jongetje legt ze uit waarom ze dat doet: ‘Af en toe wil ik hier komen zitten. Als ik het andere huis moe ben. Als ik mijn land mis. Want soms heb ik heimwee naar mijn land.’

Een boek dat laat zien dat mensen soms in een ander land een nieuw thuis proberen te vinden.
Bart Moeyaert, Afrika achter het hek. (Alleen tweedehands verkrijgbaar)

-----

Een huis voor God
Kees bouwt met blokken een prachtig huis.
‘Voor wie is dat huis?,’ vraagt mama. ‘Voor God’, zegt Kees.
Maar volgens mama is God veel te groot om in Kees’ huis te wonen.
Volgens Annabel woont God in de wolken, volgens de buurvrouw is God ver weg en papa meent dat God altijd onderweg is en geen huis nodig heeft.

Boos schopt Kees zijn huis stuk: dan niet. Maar als God moe is? Waar moet Hij dan slapen? Een aansprekend prentenboek wat uitnodigt om samen na te denken over de vraag waar God woont.
Trinette Verhoeven, Een huis voor God.

----

Ruth Hartog