Vertellen

Hier vind je nieuwe versjes en verhalen, en advies over kinderboeken
en bijbelverhalen bij het thema.

Prentenboeken rond het thema 'Zo groot, zo klein'

Het Winterkoninkje
Op een dag besluiten de vogels dat ze een koning willen. Afgesproken wordt dat diegene die het hoogst kan vliegen tot koning zal worden gekroond. Alle vogels stijgen tegelijk op. Al gauw moeten de kleinste vogels het opgeven. De groteren houden het langer vol, maar niemand kan de adelaar evenaren: met zijn krachtige vleugels vliegt hij hoger dan elke andere vogel. Toen hij zag dat hij alle anderen achter zich had gelaten, begon hij weer te dalen. "Jij moet onze koning worden, niemand is zo hoog gevlogen als jij", roepen alle vogels hem toe. "Behalve ik”, klinkt er opeens een klein stemmetje. Een kleine vogel vliegt op vanuit de vleugels van de adelaar. Omdat hij nog niet moe is, klimt hij hoger en hoger, nog verder dan waar de adelaar gekomen is. “Koning ben ik, koning ben ik!” roept hij triomfantelijk uit. Zo komt dit kleine vogeltje aan zijn naam: Winterkoninkje.
Grimm, volledige uitgave, uitgever Lemniscaat

De leeuw en de muis
Een andere fabel vertelt over een leeuw, die per ongeluk zijn enorme poot op een klein muisje zet. Nu hij de muis toch te pakken heeft, besluit de leeuw hem op te eten. De muis smeekt om genade: "Ik ben maar zo klein, met mij kun je je holle kies nog niet vullen”. Daar heeft de muis gelijk in, vindt de leeuw, en hij zet hem terug op de grond. “Misschien kan ik u nog wel eens ergens mee helpen”, piept de muis dankbaar. Daar moet de leeuw smakelijk om lachen. Maar als hij onder een boom in slaap valt, sluipen drie wolven op hem toe en binden hem met een dik touw aan een boom. Als de leeuw wakker wordt, kan hij geen poot verroeren. Gelukkig blijkt er een kleine vriend in de buurt te zijn, die zijn belofte nakomt....
Uit: De wolf en het lam, Eric Carle

De kleine reus
Een kleine en een grote reus krijgen een uitnodiging voor het reuzenfeest. Samen gaan ze op weg: de een met reuzenstappen, de ander met kleine, stevige stapjes. Onderweg komen ze langs een appelboom. De grote reus plukt honderd appels en eet ze in één keer op. De kleine reus plukt er twee: eentje eet hij op, de andere stopt hij in zijn tasje. Als ze op de feestwei aankomen, blijkt het feest al in volle gang. Er wordt een wedstrijd georganiseerd: welke reus kan de grootste hap in één keer doorslikken? De reuzen bieden tegen elkaar op: ik kan in één keer een hele pompoen opslokken, of een taart, of een grote kaas. "Dit is niets voor mij”, denkt de kleine reus. Plotseling herinnert hij zich de appel in zijn tasje. "Ik kan een hele appelboom opeten”, roept hij uit. De reuzen lachen hem uit, maar de kleine reus neemt zijn appel, haalt uit het klokhuis twee zwarte pitjes en eet er eentje op. De ander stopt hij in de grond. Als de reuzen een jaar later weer bij elkaar komen, blijkt dat de kleine reus de waarheid heeft gesproken....
De kleine reus, Max Bolliger (alleen tweedehands verkrijgbaar)

De Gruffalo
Een kleine muis denkt alle dieren in het bos te slim af te zijn...
Als de vos hem uitnodigt voor een hapje eten bij hem thuis, begrijpt de muis dat hij in gevaar is. "Het spijt me, Vos", zegt hij, "maar vandaag ben ik al te gast bij de Gruffalo".
"De Gruffalo?" vraagt Vos, "die ken ik niet". In kleurrijke bewoordingen schildert de muis de Gruffalo af: Hij heeft slagtanden, vlijmscherpe klauwen en hij is gek op geroosterde vos... Bang gaat de vos ervan door. Zo wimpelt de muis ook de uil en de slang af. "Ha," lacht de kleine muis, "hij geloofde het zo, natuurlijk bestaat er geen Gruffalo". Maar wie komt daar aangelopen op het bospad?
De Gruffalo, Julia Donaldson

Liselotje en het kerstfeest

Een fijn kerstverhaal is één van de verhalen van Marianne Busser over Liselotje.
Voor wie ze niet kent: “Liselotje is een meisje en ze woont in een paleisje. In een land hier ver vandaan, waar heel veel paleisjes staan.”
Altijd in de verhalen van Liselotje is zij heel verstandig, maar haar vader, de koning, is kinderlijk, soms ronduit kinderachtig.
In dit kerstverhaal bouwt hij midden in de kamer een stal en laat hij dieren komen van de boerderij. Dan komt de koningin thuis:
“En ze roept meteen: o jeetje
kerel-maak het nou een beetje!
wat heb jij nou weer gedaan?
als ze daar de stal ziet staan.”

Marianne Busser & Ron Schroder, Liselotje en het kerstfeest

RH