Vast wel
Bijbelverhalen bij de zeven knopen
Voor elke week van de veertigdagentijd kozen we een bijbelverhaal dat past bij het thema van de week en waaraan de knoop in het touw op de kijktafel ons aan herinnert en tegelijkertijd houvast biedt.
WEEK 1 : DE KEUS GEVEN
De rijke jongeling ( Lc 18,18-25)
In de eerste week van de veertigdagentijd worden we ons bewust dat je altijd de keus hebt. Kies je voor het een, dan kan je niet voor het ander kiezen. Kies je voor jezelf of kies je voor de ander?
In bijbelse termen gaat het dan om de keus voor het Rijk van God of om je eigen wereld en belangen.
In het gesprek dat Jezus met een rijke koopman voert wordt dat heel erg duidelijk. Want de man wil graag in het hemelse rijk komen waar Jezus zo mooi over vertelt. Maar dat betekent ook dat hij afstand moet nemen van alles wat hij heeft. Hij moet niet gehecht zijn aan zijn bezit. Als je veel hebt, is het heel moeilijk om dat allemaal zomaar weg te geven. Dat kan de rijke man dan ook niet.
Telkens als hij met zijn vol beladen kameel bij de stadsmuur in Jeruzalem aankomt en het kleine, smalle poortje ziet dat 'het oog van de naald heet, moet hij weer aan het gesprek met Jezus denken. Tja, het is makkelijker voor een kameel om door het oog van de naald te komen, dan voor een rijke in het rijk der hemelen.
illustraties uit: Imme Dros e.a., Het Hoogste woord. Het verhaal 'De rijke koopman' op blz. 222.
WEEK 2: AANDACHT GEVEN
De zieke man bij de vijver (Joh 5, 1-18)
Al achtendertig jaar is de man ziek. Hij kan niet lopen, maar elke dag sleept hij zichzelf naar de schaapspoort toe. Daar is een vijver en ze zeggen dat als je ziet dat het water beweegt en je bent de eerste die erin gaat, dat je dan genezen wordt. Maar al achtendertig jaar is er niemand die aandacht voor de zieke man heeft. Niemand ziet hem liggen, niemand ziet zijn verlangen, zijn geloof en hoop. Maar dan komt Jezus langs die wel aandacht voor hem heeft ...
illustratie uit: D.A. Cramer-Schaap, Bijbelse verhalen voor jonge kinderen. Het verhaal 'de zieke man bij de vijver' blz 27.
WEEK 3: DE TIJD GEVEN
De vijgeboom ( Lc 13, 6-9)
Boer Heermans heeft een kleine appelboomgaard met zes appelbomen. Hij komt aangelopen om te kijken hoe zijn appelbomen erbij staan, of er lekkere appels aan de takken hangen. Ja, de eerste boom heeft appels, de tweede ook, de derde en de vierde en ook de zesde boom: allemaal hebben ze takken vol met heerlijke blozende appels. Maar wat is er aan de hand met de vijfde boom? Boer Heermans kijkt eens onder de blaadjes, maar geen appeltje te zien. Dat is gek. Een appelboom zonder appels. Is dat eigenlijk nog wel een appelboom? Die kan je beter een niks-boom noemen. Ja toch? Hij gaat een bijl halen en roept Jaap. 'Jaap' zegt hij, 'hak die boom maar om, die nummer vijf. Ik heb niks aan die boom.'
Boer Heermans legt de bijl alvast tegen de wortels van de boom. Dan komt Jos, zijn zoon, eraan.
Jos zegt: 'Moet Jaap die boom omhakken? Laat het hem alsjeblieft niet doen. Laat mij het nog een jaar proberen. Ik zal extra goed voor hem zorgen. Ik zal gieteren als het droog is. Ik zal Koeienpoep stoppen in de grond om hem heen. Daar groeit hij van. Maar hak hem niet om, hij hoort er ook bij!'
'Goed,' zegt boer Heermans. 'Je mag het een jaar proberen, maar als er dan nog geen appels aangroeien, dan gaat hij om.'
Jos doet erg zijn best voor boom nummer vijf. In de zomer gietert hij. In de herfst maakt hij de grond mooi zacht met zijn schop en doet koeienpoep in de grond erom heen. Hij haalt onkruid weg en in de winter krijgt de boom een jasje van stro om de stam. Dat is lekker warm. Boom nummer vijf krijgt in de lente veel kleine bloemen en later groene blaadjes en er groeien klein bolletjes aan de takken. Dat worden appels.
Aan het begin van de herfst hebben ze hun manden vol. Van elke boom evenveel. En van elke boom zijn de appels even lekker. Van nummer, een, twee, drie, vier en nummer zes. Maar ook van nummer vijf! Zij zijn allemaal echt appelboom!
uit: Karel Eykman & Jansje Bouman, Hoor eens even, verhalen van Jezus.
WEEK 4: VERGEVEN
Zeventig maal zeven keer (Mt 18, 21-34 )
Als Petrus aan Jezus vraagt hoe vaak hij iemand iets moet vergeven, zegt Jezus dat je dat 70 x 7 maal moet doen. Dat is dus heel erg vaak! Maar ook op andere momenten heeft Jezus het over vergeven. Mensen die blind zijn, verstard, verlamd. Hij vergeeft hun zonden en dan kunnen ze weer met andere ogen zien, komen ze in beweging. In het verhaal van de lamme man die door vrienden naar Jezus toe wordt gebracht, gebeurt dit ook. Maar ook als Jezus aan de mensen vertelt hoe ze met elkaar om moeten gaan komt het belang van vergeven en opnieuw beginnen vaker aan de orde. In het hoofdstuk uit de Kijkbijbel 'Jezus en zijn leerlingen' wordt dit kernachtig verwoord. Jezus zei: "Als iemand iets van je vraagt, geef het hem dan. Maar niet met een zuur gezicht! Als iemand iets nodig heeft, help hem dan. En vertel het niet overal rond. Voor je vrienden ben je natuurlijk aardig. Maar wees ook aardig voor iemand die lelijk tegen je doet! Je moet niet zeggen 'Gek, sufferd!' Als je ruzie met iemand hebt, moet je hem niet uitschelden. Je moet het weer goedmaken."
illustraties uit: Kees de Kort, Kijkbijbel. Het hoofdstuk 'Jezus en zijn leerlingen' op blz. 178
WEEK 5: IETS GEVEN
Vijf broden en twee vissen ( Mt 14, 13-21)
Wel vijfduizend mensen zijn naar Jezus toegekomen en ze hebben de hele dag naar hem geluisterd. Maar het wordt al avond en de mensen hebben honger gekregen, maar er zijn geen winkels in de buurt om eten te kopen. De leerlingen zitten met de handen in het haar en gaan aan Jezus vragen wat ze moeten doen. Jezus zegt dat zij de mensen te eten moeten geven. Er is alleen een klein jongetje dat vijf gerstebroden en twee vissen wil delen. Jezus zegent dit brood en de vissen en breekt alles in stukken. Dan zegt hij tegen de leerlingen dat ze moeten beginnen met uitdelen. Dat kan toch nooit genoeg zijn voor zoveel mensen? Maar is delen niet een andere manier van vermenigvuldigen? Na het eten laten de leerlingen wel twaalf manden vol met vis en brood aan Jezus zien. "Dit is over", zeggen ze. "Er is nog meer dan in het begin. En toch heeft iedereen genoeg gehad."
illustraties uit: Cramer-Schaap, Bijbelse verhalen voor jonge kinderen. Het verhaal 'Vijf broden en twee vissen, blz. 284. En Marijke ten Cate, Prentenbijbel. Het verhaal 'Genoeg voor iedereen' hoofdstuk 18.
WEEK 6: JE LEVEN GEVEN en PASEN: Hoop geven
De gebeurtenissen in de laatste week van Jezus leven - van Palmzondag tot en met Paasmorgen- vind je bij alle vier de evangelisten (Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes) en ook in alle kinderbijbels. In 2016 hebben we een apart thema 'Ontknoping!' voor de Goede week en Pasen en vertellen er vanaf half maart meer over.
EK
Artikelen in dit thema Vast wel
- Zes weken houvast, vast wel!
- Versje 'vast wel' bij de zeven knopen
- Bijbelverhalen bij de zeven knopen
- Vast wel, zichtbaar én in het verborgene
- Het binnenkantdoosje
- Jasper maakt een huisje
- Vast wel armbandje
- Wat er zo mooi is aan vasten
- Vieren rond de kijktafel
- Prentenboeken over houvast en geven
- Vastenactie 2016
- Zingen over het verborgene
- Zoveel te geven, ook al heb je niets