Na regen komt zonneschijn
Na regen komt zonneschijn: zes gedachten voor de geloofsopvoeder
Twintig jaar geleden sloot ik me aan bij de redactie van Geloven thuis. Toen waren onze kinderen klein, maar nu zijn ze groot. In deze, mijn laatste, bijdrage als redactielid deel ik de belangrijkste lessen die ik geleerd heb in de geloofsopvoeding van onze kinderen.
1. Geloof is een relatie, maar een relatie kun je niet geven.
Eerst een verduidelijking: het christelijk geloof is in wezen geen opvatting over God (‘Ik geloof dat God er is’) maar een vertrouwensrelatie met God. In plaats van een afstandelijk, onpersoonlijk mysterie (zoals het begrip 'God' wordt gezien door de seculiere samenleving) is God Iemand die zich aan ons heeft geopenbaard (vooral door de persoon van Jezus) en die ons aanroept om toe te treden in zijn liefde en leven. Door gebed, de Bijbel en de sacramenten leren we God steeds beter kennen en groeien we in de vriendschap met God.
Deze constatering heeft een belangrijk gevolg voor de geloofsopvoeding. Want zoals bij andere vriendschappen, is de vriendschap met God niet zomaar over te dragen aan een andere persoon. De ware vriendschap ontstaat altijd op basis van een vrije keuze. Je kinderen zelf zullen bepalen of ze werkelijk vrienden worden van God of niet.
2. Wat je wel kan doen, is God (Jezus) voorstellen aan je kinderen.
Nee, je kan niet de eigen vriendschap met God zomaar schenken aan een ander. Maar wat je wel kan doen is mensen in gelegenheid stellen om God (Jezus) te leren kennen. Hoe doe je dat? Door bijvoorbeeld te vertellen over hoe God voor jou is geweest, en wat je fijn vindt aan deze Persoon. Je kan je kinderen ook in contact brengen met andere vrienden van God (liefst van hun leeftijd) die op hun manier ook iets laten merken van hun relatie met God. De Bijbel en de sacramenten (met name de eucharistie) brengen voor ons steeds weer nieuwe aspecten van Gods identiteit aan het licht. Ze geven ons woorden, beelden en gebaren die ons helpen om dichter bij God te komen. Kinderen leren bidden is cruciaal. Gebed opent de deur naar de relatie met God; gebed laat God binnen in ons leven. Gebed is dé drempel waar we overheen moeten stappen om te groeien in geloof. Voor kinderen is het ook goed om te weten dat gebed op vele manieren kan: hardop of in stilte, met anderen of alleen, in de liturgie of bij het lezen van de Bijbel, enzovoort.
3. Begin met je eigen geloof.
Hoewel je beperkt invloed hebt op het geloof van je kinderen, waar je wel zeggenschap over hebt is je eigen openheid naar God. Niet toevallig is werken aan je eigen geloof ook het beste wat je kan doen om een betere geloofsopvoeder te worden. Hier gaat het niet zozeer om het opdoen van kennis, om je alle geloofsvragen van je kinderen overtuigend te kunnen beantwoorden, maar simpelweg om Gods Geest in je ziel binnen te laten. Als je God binnenlaat, dan kan God door jou heen werken. De Geest geeft je de nodige woorden, de nodige inzichten, de nodige moed, de nodige liefde. Hoe doe je dat? Door God gewoon uit te nodigen. Lieve God, wees in mij welkom. Leid mij! Alleen God kan, in de diepe zin, harten doen veranderen en volheid van leven geven. Daarom moeten we steeds weer een beroep doen op Hem. Onze geloofsinzet, onze liefdadigheid is altijd hooguit medewerking met God.
4. Heb je echtgenoot lief.
Opvoeden kan moeilijk en vermoeiend zijn. Kinderen vragen veel van je. Als ouder wil je het liefst op één lijn zitten met je echtgenoot, maar spanningen en persoonlijke verschillen kunnen een wig tussen jullie tweeën drijven. Daarom is open en eerlijke communicatie met elkaar erg belangrijk. Wat mij erg geholpen heeft om beter te communiceren en beter te handelen, is om geregeld voor mijn echtgenote te bidden. In mijn gebed dank ik God voor haar. Ik vraag God om mijn ogen open te houden voor haar goedheid. Ik bid dat haar hopen en dromen verwezenlijkt mogen worden en dat ik haar daarin goed mag steunen. Ik bid ook dat we de juiste keuzes maken voor onze kinderen, en dat we als gezin naar elkaar toegroeien in liefde. Een wijze man, John Wooden, zei: “Het beste wat een man voor zijn kinderen kan doen, is hun moeder liefhebben”. Ik geloof dat het waar is.
5. Vertrouw op de liefde.
Er waren momenten in de opvoeding waarop mijn vrouw en ik ons geen raad meer wisten. Als ouders hadden we ons best gedaan – we hadden boeken gelezen en zorgprofessionals geraadpleegd, en nog steeds wisten we niet wat we moesten doen om uit de problemen te komen. Dit had ik niet voorzien voordat ik kinderen kreeg. Toen dacht ik altijd, 'Ach kinderen opvoeden, dat zal wel vanzelf gaan'. Maar nee, zo gemakkelijk was dat niet. Wat me is bijgebleven, terugdenkend aan de periodes van ellende, is naast de schrik en wanhoop één moment van helderheid. Op een dag dacht ik ineens, “God, ik weet niet hoe het verder moet, maar dit weet ik wel: ik hou van mijn kinderen, en U bent zelf de liefde. Ik ga dus volharden in de liefde. Ik laat me leiden door de liefde”. Deze beslissing heeft me vaak geholpen. Het gaf niet altijd duidelijkheid over wat ik precies moest doen, maar het gaf wel rust. Gods liefde is een rivier waarin ik graag blijf varen.
6. Na regen komt zonneschijn: God is goed en de wereld is in Gods handen.
Soms hoor ik verdriet in de stemmen van gelovige ouders, omdat hun kinderen niet meer kerkbetrokken zijn. Waar ging het mis, vragen ze zich af. Maar ik vraag me af of er werkelijk iets misgegaan is. God handelt op verrassende wijze. Volgens mij is de meetlat van een geslaagde geloofsopvoeding niet per se kerkbezoek of het ontvangen van bepaalde sacramenten. Als je kinderen eerlijkheid, liefde, de passie voor gerechtigheid en nog zoveel andere goede kwaliteiten laten zien, kun je dan werkelijk volhouden dat God niet actief is in hun leven? Zijn dit geen vruchten van de Geest? Groeien in Gods liefde – voor ons, voor onze kinderen, voor iedereen – is een mysterieus proces, een ontkieming door heel ons leven. Wie weet wat morgen gaat brengen? Sommige van de belangrijkste lessen die ik ooit geleerd heb over Jezus – met name over hoe Hij ons bijstaat zelfs in de diepste ellende – heb ik pas van mijn eigen vader geleerd in de afgelopen vijf jaar. De geloofsopvoeding gaat gewoon door.
Tenslotte: wat mij duidelijk is geworden, is dat God alles in ons leven (alle pijn, alle struikelingen, alle komische momenten, alle schoonheid) gebruikt in zijn heilsplan. Klaag dus niet te veel over Gods regen. Samen met de Godgegeven zonneschijn doet Hij het kiemzaad in ons groeien. Op een dag komt de hemelse oogst. Daarop kunnen we vertrouwen. Veel zegen op u en uw dierbaren!
Tim Schilling
Artikelen in dit thema Na regen komt zonneschijn
- Regen of zonneschijn, een kijktafel laat je genieten
- Versje: Na regen komt zonneschijn
- Kleine Uil wordt wijs: Groeien
- Na regen komt zonneschijn: zes gedachten voor de geloofsopvoeder
- Bidden bij regen en zonneschijn
- Regen en zon in de Bijbel
- Weerelementen knutsel
- Tim Schilling redactielid-af
- Kleine Uil wordt wijs: Bang voor de storm
- Zomervakantie: bewust meemaken